Hendrik Huntum betaalde voor het goed, dat 5 morgen
grooter was dan 25 jaar voordien en meer gebouwen bevatte
15000.-, dus ƒ3000.- minder dan Ormea er voor had ge
geven. Er werd dus geen voordeelige transactie gedaan voor
de minderjarigen. Hendrik Huntum heeft op zijn beurt het
gebied van de Voorkoekoek vergroot door aankoop op 4 Nov.
1702 van 2 morgen 500 roe weiland aan den Heemsteder weg
voor 7°°.-. Blijkens de belendingen strekte deze uitbreiding
in de richting van de Manpadslaan. In 1714 was het huis
blijkbaar verhuurd, want toen moest Jacob van Cooge voor
zijn woning 17 - in de Verponding betalen plus 2.-, 2 st.
en 8 p. voor „Lantaerngeldt" en 8 st., 8 p. voor ,,'t Brantge-
reetschap". Op de quitantie van deze posten staat onderaan
bijgeschreven: ,,'t Lantaerngelt sal komen tot lasten van den
huurder en het Brantgereetschap yder de helft".
In 1716 was de Voorkoekoek eigendom van Hendrik
Huntums erven, namelijk Adriaan van Loon, Nicolaas van
Loon en Pieter Huntum, de laatste mogelijk een neef van
den overledene. Tot tweemaal toe komen op het einde der
17de eeuw huwelijksverbintenissen voor tusschen Van Loon's
en Huntum's. De moeder van Adriaan Willemsz. van Loon
was Catharina Huntum, overleden in 1706, en Adriaan
Nicolaasz. van Loon, eveneens Amsterdamsch koopman,
huwde in 1656 Cornelia Huntum, met wie hij in 1706 gouden
bruiloft vierde.
De executeurs van Hendrik Huntum transporteerden op
29 Oct. 1716 de Voorkoekoek, dan groot 25 morgen 431 roe,
voor 20900.- aan den Haarlemschen patriciër Mr. Abraham
Guldewagen, 6 Dec. 1705 in tweeden echt getrouwd met
Maria Dideriksd. Dikx, eerder wed. van Mr. Francois
Druyvesteyn, in leven Raad en schepen van Haarlem. Haar
°P as-jarigen leeftijd in 1706 door Graaf geschilderd portret
berust thans bij Dr. M. J. Druyvesteyn te Eindhoven.
Abraham Guldewagen, zoon van burgemeester Dammas Gul
dewagen en van Judith Loreyn, raad en schepen van Haar
lem was gecommitteerde voor Haarlem bij de Admiraliteit van
Rijnland. Bij de transportakte van het landgoed treedt A.
Guldewagen op „als in huwelijk hebbende Maria Dikx." Zij
had de schoonheid van Haarlem-Zuid leeren waardeeren bij
haar vader, Diederik Dikx, raad en burgemeester van Haar
lem, die met zijn gezin van 1683 tot 1734 's zomers Boekenrode
- 42 -