- 44*-
trant vertoont als het door den Amsterdammer Dirk van der
Meer omstreeks denzelfden tijd, maar veel weidscher, opgetrok
ken huis te Manpad. De jonge Druyvesteyn bekroonde zijn
huis met een nog op het dak van het huis hangende bronzen
klok met het inschrift: SOLI DEO GLORIA ANNO 1733.
Mr. Francois Druyvesteyn (1703-1748) bekleedde in zijn
geboorteplaats Haarlem verschillende regeeringsposten, was
viermaal schepen tusschen 1732 en 1738, thesaurier van
I743_I74Ö en in 1726 en 1727 commissaris van de Kleine
Bank van Justitie. In den rooden rok van dit laatste ambt staat
hij afgebeeld op een schilderstuk van den Haarlemschen schil
der en collectionneur van schilderijen Frans Decker (thans
eigendom van Dr. M. Druyvesteyn te Eindhoven). Op den
achtergrond van dit schilderij is een buitenplaats afgebeeld,
die echter in grootte Ipenrode overtreft. Mr. Francois wordt
in 1747 gecommitteerde voor Haarlem en sterft zoo in Den
Haag. Maar reeds 3 Oct. 1738 heeft hij Ipenrode verkocht.
Het goed was toen uitgebreid tot bijna 35 morgen en werd
voor 28000.- weer het eigendom van een Amsterdammer,
Abraham van Tarelink. Het huis van Tarelink stond sinds
1670 te Amsterdam aan het hoofd der walvischreederij en de
chefs waren Directeuren van de Groenlandsche Vaart. Onze
Abraham vertegenwoordigde een der laatste zeer vermogenden
van die familie, want in 1781 failleerde dit huis. Trouwens al
spoedig had deze Abraham geen vreugd meer aan Ipenrode,
want reeds 12 Sept. 1744 verkocht zijn zoon Jan Abrahamsz.
Tarelink, procuratie hebbend van zijn vader, Ipenrode, even
groot als in 1738, weer voor f 26.000,— dus met 2000.— verlies
aan Mr. Constantyn Nicolaasz. Sautyn, secretaris van Am
sterdam. Deze (1710—1748) was 31 Mei 1735 gehuwd met
Catharina Jacoba Lievensd. Geelvinck.
Bij deze transactie is voor het eerst de inventaris van het
goed vastgelegd: hofstede en landerijen, stalling en tuinmans
woning, watermolen, getimmerte en beplanting, „mitsgaders
alle tuinmansgereedschap, broeybakken met alle lessenaars en
ramen daarbij behoorende scheerbank, het schuitje en de
praam, de wagen en de car, alle de beelden vazen potten en
hunne piëdestallen en alle zitbanken".
De uitvoerige pachtakte van 8 Febr. 1746 waarbij boer
Claes Huybertsz. van der Fits van Constantyn Sautyn
voor een jaar huurt de boerenwoning met hooiberg, schuur