- 45 - en omtrent 26 morgen lands, naast en voor de hofstede Ipen- rode, is een aardig staal van oude verpachting, waarbij niet alleen wordt vastgelegd, dat bij een huurprijs van 630.- per jaar de verhuurder alle lasten van verponding, 100ste en 200ste penning, alle dijk-, dam- en molengelden voor zijn rekening neemt, maar ook belooft aan kind of kinderen van den huurder 10.- te geven bij het betalen van de huur. Zoo zal de verhuurder ook zooveel teer leveren als voor schuur, hooiberg en hekken noodig is, maar de huurder betaalt de kosten van het teeren. Eindigt thans, nu de Leidsche Trekvaart veel minder be varen wordt dan vroeger, het landgoed zonder eenige be schoeiing aan het water, op 2 Juli 1757 kreeg Mevrouw Sautyn, dan eigenares van de buitenplaats Ipenrode, verlof van de „Heeren van de Leidsche Trekvaart der stad Haarlem" om een houten beschoeiing te maken in plaats van de voorheen „gemaeckte panneschoeying". De wed. Sautyn-Geelvinck overleed te Amsterdam in 1759 en het eenige kind uit haar huwelijk was vóór haar onge huwd overleden. Bij haar boedelscheiding is ook haar zuster Z Anna Elisabeth Geelvingk, laatstelijk weduwe van Jean Lucas Pels, reeds overleden. Erfgenamen werden aldus, ieder voor de helft, Vrouwe Agatha Levina Geelvinck, wed. van Mr. Dirk Trip, en Mr. Nicolaas Geelvinck, heer van Castricum, burgemeester van Amsterdam en door zijn derde huwelijk met Maria Marg. Corver, Vrouwe van Velsen en de Santpoort, ook Heer daarvan. Bij de loting tusschen deze twee erfgenamen trok Nic. Geelvinck lot A, zijnde o.a. „een hofstede met landerijen gen. Ypenrode". Maar deze had geen behoefte aan dit zomerverblijf en slechts een groote maand later, op 16 Mei 1760, transporteerde hij het goed, met des- zelfs landerijen, stalling, tuinmanswoning, watermolen en al het getimmerte en de beplanting daarop staande, aan zijn schoonzoon Abraham Dedel, zoon van Mr. Jan Hudde Dedel, commissaris van Amsterdam, voornaam en vermogend koopman, bankier en assuradeur. Deze had namelijk 21 Sept. 1755 getrouwd Anna Jacoba Geelvinck, een dochter van Nicolaas en van Johanna Graafland. Zijn schoonvader stond hem alles af voor 26000,-, denzelfden prijs, welken diens zwager Sautyn er indertijd voor betaald had. De grootte was ook dezelfde, namelijk 34 morgen 556 roe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 81