Abraham Dedel heeft het goed aanzienlijk uitgebreid door
aankoopen op 25 Sept. 1769 van 8 morgen 198 roe land voor
ƒ6100,- en vier morgen 514 roe op 29 Oct. 1779 voor
ƒ4500,-. Al deze gronden waren in 1748 met Leiduin toe
gevallen aan Mr. Jan Jansz. van Loon. Bij de overdracht van
1779 werd „expresselijk bedongen", dat het „Schuytenhuys"
aan de Vaart aan den verkooper en deszelfs rechtverkrijgenden
zou blijven. Eerst 2 Juli 1798 verkreeg Abraham Dedel ook
dit oude schuitenhuis.
Ook was Dedel volgens de overlevering en gezien de groote
waardevermeerdering van het landgoed bij zijn dood, de af-
bouwer van het nog bestaande huis, d.w.z. van den aanbouw
aan de achterzijde in vijfhoekvorm met een risaliet in laten
Lodewijkstijl. Ook de kamers van dit deel zijn fraai maar
sober in dezen stijl versierd.
Abraham Dedel, in 1788 en 1792 burgemeester van Am
sterdam, heeft zeker menigen zomer op Ipenrode doorge
bracht en op 25 Aug. 1759 werd te Heemstede (mogelijk
op Ipenrode) het kind geboren van zijn zuster Anna Maria
Dedel, de latere Mr. Jan van de Poll de Jonge. Deze
neef, die later associé werd in Dedel's zaken, werd zijn
bevoorrechte bloedverwant. Nadat in 1793 Abrahams vrouw
Magdalena Antonio Muyssart was overleden, stierf hijzelf
kinderloos op 11 Dec. 1798, nalatende een vermogen van
837.400,-. Joh. Elias, aan wiens waardevol werk „De
Vroedschap van Amsterdam" de verschillende genealogische
bijzonderheden van dit opstel ontleend zijn, vond als waarde
van Ipenrode in dat jaar gegeven 40.000,-. Het landgoed,
dan 44 morgen groot, vermaakte Dedel aan zijn reeds ge
noemden neef Mr. Jan van de Poll de Jonge. Het jongste
stuk uit het archief van Ipenrode is een uitvoerige memorie
van diens hand van al de papieren, Ipenrode betreffende,
door hem gevonden in de nalatenschap van zijn oom Dedel.
Bij de boedelscheiding van Jhr. Mr. Jan van de Poll de
Jonge werd Ipenrode toegewezen aan zijn weduwe Katha-
rina Valckenier. Bij haar dood in 1842 kwam het landgoed
aan haar dochter Sara Johanna van de Poll, Douairière
van Jhr. Mr. J. W. Calkoen. Uit haar tijd is de hierbij afge
drukte teekening van P. J. Lutgers, opgenomen in diens map
met teekeningen van „Gezigten in de omstreken van Haar
lem" (1837-1844).