- 53 - vormde hij in een strengen winter1) in zijn tuin beelden van sneeuw, begoot die met water en liet ze bevriezen, waarna het scheen alsof ze van wit marmer gehouwen waren. Onder deze beelden bevond zich een Centaurus, hetwelk aanleiding gaf tot eene aankondiging door de straatroepers te Amsterdam en elders, luidende dat er te Haarlem een uit de lucht gevallen monster te zien was, zijnde half mensch, half paard. Honder den menschen brachten een bezoek aan dit evenement, het welk voor van Heerstal een reden was aan den voet van het beeld het volgend versje te plaatsen: Ik ben gevallen, welk een klucht Half mensch, half paard, hier uit de lucht Het moet tot Paschen vriezen Of 'k zal mijn kop verliezen aldus duidend op den kop van den Centaurus, die er bij dooiend weer moest afvallen. Het is onzen van Heerstal financieel niet goed gegaan. Op den 23en Maart 17352) vinden wij de volgende acte: 'Casparus Noppen, notaris en procureur, Jacobus van Hagerbeer clercq en Secretaris te Haerlem als geordon neerde curators over den insolventen Boedel en Goederen van Gerrit van Heerstal bij executie van Justitie publycquelijck toegewezen aan Hendrik van Steenwijk een Groot schoon sterk en weldoortimmert huis metten- erve met een groote schuur, mitsgaders een schoone Thuyn daaragter gelegen, alles vrij eigen grond, sijnde seer bequaam tot het exerceren vande Beelthouwerij en Gieterij e en waarin deselve alsnog werd gecontinueert staende etc. etc.' Een bijzondere conditie werd nog gemaakt dat 'in den 1 j J. N. Quarles van Ufford. Beknopte beschrijving der stad Haar lem etc., Haarlem 1828, blz. 50 v. De schrijver noemt den harden winter van 1740, welk jaar ook door Gonnet wordt overgenomen. Aangezien van Heerstal's woning reeds in 1735 wegens diens faillissement verkocht werd, is ofwel het door hem genoemde jaar 1740 onjuist, ofwel bleef ook na zijn faillissement de beeldhouwer het huis bewonen. (2) Transportregister G 59 fol. 243 d.d. 23 Maart 1735 Gem.-Archief Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 91