- 8 -
den heer J. C. Peereboom, bij gelegenheid van de Braal's
25-jarig jubileum als Raadslid, ontleen ik de navolgende, de
Braal in dit opzicht typeerende uitlating
'Ook moet ik erkennen, dat ik bij den bouw van het nieuwe
station tegen de bijdrage van de gemeente voor de viaducten
gestemd heb. Dat zeg ik niet tot mijn eer, want ik beken
eerlijk, dat ik daar ongelijk in gehad heb.'
Zijn diepgeworteld rechtsgevoel maakte de Braal streng
kritisch tegenover zich zelf en objectief in zijn beoordeeling,
ja ridderlijk tegenover zijn medeleden, ook tegenover zijn
meest principieele tegenstanders.
Die objectiviteit en die ridderlijkheid weerhielden hem
niet om, zoo de beginselen, waaruit hij leefde, werden bestre
den, met warmte en kracht daarvoor te getuigen en, zoo die
bestrijding de perken te buiten ging, met scherpte, zij het
steeds met behoud van den goeden toon, daartegen op te
komen.
Had de Braal zoodoende in het hart van den Raad als
collectiviteit, - en ik wil wel zeggen in het hart van ieder
Raadslid individueel - een bijzonder plaatsje, zijn positie zou
uiteraard niet geweest zijn, die ze was, indien hij niet tevens
de noodige toewijding en bekwaamheid had gehad.
Wie den klapper der notulen naslaat, ontwaart, hoe de
Braal, zonder een veelprater te zijn geweest, over tal van
onderwerpen het woord gevoerd heeft en het terrein voor
menig besluit heeft ontgonnen. Op het terrein der arbeids
voorwaarden van het gemeentelijk personeel was hij speciali
teit en zijn verdiensten te dien aanzien zijn niet gering. Ook de
noodzakelijkheid van deugdelijken arbeiderswoningbouw vond
in hem, die na zijn hierboven vermeld bestuurderschap van
'Door Eendracht Saamgebracht'jarenlang Voorzitter van de
Woningstichting 'Patrimonium' is geweest, aanstonds en bij
voortduur een enthousiast en deskundig pleiter. Daarnevens
heeft zijn belangstelling elk onderwerp, dat min of meer een
sociale zijde vertoont en steeds is als grondtoon van zijn be
toog te onderkennen zijn aangeboren gevoel voor recht, gelijk
hij dat als geloovig Christen door practijk en theoretisch on
derzoek heeft ontwikkeld,
De schets van de Braal ware onvolledig, zoo nog niet
gememoreerd werd zijn optreden als Nestor van den Raad.
Als zoodanig representeerde hij langen tijd den Raad jaarlijks
