IrWILLEM godfridus CORNELIUS GELINCK 23 Januari 1873 - 20 Juli 1946 Willem Godfridus Cornelius Gelinck, stammende uit een geslacht van regeeringsdienaren, werd op 23 Januari 1873 te 's-Gravenhage geboren; hij bezocht aldaar en later te Nij megen de lagere school en behaalde in 1889 het einddiploma van de H.B.S. Zijn ouders achtten hem toen nog te jong voor het studentenleven, zoodat hij vóór hij in 1890 aan de Poly technische School te Delft ging studeeren eerst nog een jaar te Nijmegen aan eigen studie wijdde. In Juli 1894 verkreeg hij te Delft het diploma van civiel- ingenieur en kwam kort daarna als volontair-ingenieur in dienst van het Technisch Bureel Van Hasselt en De Koning te Nijmegen, daar bleef hij slechts enkele maanden want reeds in Februari 1895 werd hij benoemd tot adspirant-In- genieur van den Rijkswaterstaat. Hiermede begon Gelincks lange en voorspoedige loop baan bij den Dienst van den Rijkswaterstaat, waarin hij alle rangen doorliep en welken hij op 1 Februari 1938 wegens het bereiken van de leeftijdsgrens verliet met dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten den Lande bewezen. Als Hoofdingenieur-Directeur werd hem in 1936 wegens zijn bijzondere verdiensten de persoonlijke titel van Inspecteur- Generaal toegekend. Veelzijdig en belangrijk is zijn loopbaan ontegenzeggelijk geweest als men nagaat, dat hij werkzaam was aan de werken ten behoeve van de verlegging van den Maasmond in Noord brabant en de daarmede verband houdende electrische pol derbemaling van de Dongepolders, aan het beheer der Groote Rivieren, daarna achtereenvolgens als Arrondissements-Inge- nieur in Zuidelijk-Overijsel, in Drente en van het Noordzee kanaal met de Visschershaven te IJmuiden en dat hij als Hoofd ingenieur-Directeur was belast, eerst met de Directie Noord brabant en tenslotte sedert 1 Mei 1921m laatstgenoemde functie met de zoo belangrijke Directie Noordholland. In verband met zijne wisselende functies moest Gelinck vooral in het begin van zijn loopbaan dikwijls van standplaats

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1946 | | pagina 39