- 47 -
zijn al een zeer belangrijke bron voor de geschiedenis. En
schedé kende slechts enkele rekeningen en wel die, welke de
Regenten in moeilijke financieele omstandigheden aan het
stadsbestuur overlegden, ten einde voor een subsidie in aan
merking te komen. Het bestuur van het hofje werd nl. uit
geoefend door een tweetal regenten, die wel is waar door Bur-
gemeesteren benoemd werden (voor hun leven), maar ove
rigens geheel onafhankelijk waren. Hun vrouwen fungeerden
vaak als regentessen. In 1610 vroegen de Regenten aan Burge
meesteren om een subsidie, gelijk die ook aan het St. Jacobs-
gasthuis was toegestaan, voor het vervangen van de rieten
daken der huisjes door 'harde', d .i. pannen, wat omstreeks dien
tijd algemeen gebeurde ter vermindering van het brandgevaar
en ook bij verschillende keuren was voorgeschreven. Burge-
meesteren echter oordeelden1, dat het beter was, dat de Re
genten wat van de landerijen, die het hofje bezat, zouden
verkoopen, daar zij toch weinig in huur opbrachten. In 1658
vroegen Regenten 250,- subsidie voor een algeheele ver
bouwing en legden daarbij de rekening over 1657 over.
Burgemeesteren hadden het vorige jaar de belofte gedaan, dat
het hofje op stadskosten zou worden hersteld.
Toenmaals waren er nog 13 kameren op het hofje, waarin
20 vrouwen woonden. In 1663 is één kamer verbouwd tot
regentenkamer, zoodat slechts 12 kamers overbleven, terwijl
ook het aantal bewoonsters geleidelijk aan verminderde en
thans gereduceerd is tot 12, één voor elke woning. Het aantal
bewoonsters staat ook aangeduid in het versje, dat op beide
toegangspoortjes voorkomt. Dat aan de Bakenessergracht
(nr 66) draagt een tudorboog, waarboven een cartouche met
het jaartal 1632 en het versje:
Ingang vant gesticht
van Dirck van Baekenes
voor vrouwen acht en
twee mael ses
Het gedichtje is ook zoo te lezen, dat er plaats is voor vrou
wen, die acht -f- twee X zes, d.i. 60 jaren oud zijn. Het poortje
in de Wijde Appelaarsteeg (nr 11) is veel fraaier, heeft een
halfcirkelvormige archivolte, met sluitsteen, pilasters met
Ionische kapiteelen en wordt gedekt door een segmentvormig
(1) Resolutiën van Burgemeesteren, 6 Januari 1610.