JAARVERSLAG 1948
Het jaar 1948 was voor ons allen een periode van grote na
tionale gebeurtenissen. Het koningschap ging over van Moeder
op Dochter, hiermede werd de regering van Koningin Wil-
helmina afgesloten, waaronder onze Vereniging ontstond en
tot bloei geraakte. Een Grondwet met ingrijpende verande
ringen in ons staatsbestel kwam tot stand. Zeer in het klein
vindt ge beide gebeurtenissen in onze kring terug: de Commis
saris der Koningin in de Provincie Noordholland vonden wij
tot onze vreugde bereid het beschermheerschap over Haerlem
te aanvaarden. Met de installatie van de Burgemeester van
Haarlem tot Ere-voorzitter werd een goede vooroorlogse ge
woonte hersteld. In de bereidheid van beide autoriteiten vin
den wij een aanmoediging om ons werk voort te zetten. Ook
wij wijzigden onze grondwet in de vorm van statuten op het
einde van 1947, waarop de koninklijke goedkeuring nog niet
werd verleend. Wij hebben evenwel goede hoop, dat bij de
voorjaarsschoonmaak ten departemente onze bescheiden van
anderhalf jaar stof ontdaan enige aandacht zullen trekken.
Op de Algemene Vergadering van 23 Juli werd in aanwezig
heid van Voorzitter en Secretaris van de Schoonheidscommissie
voor de eerste maal onze legpenning uitgereikt aan de eigenaar
van dat perceel, dat in het voorgaande jaar werd gebouwd
dan wel hersteld en zodoende tot verfraaiing van de oude stad
heeft bijgedragen. Na advies van de Schoonheidscommissie
werd besloten deze legpenning met oorkonde voor het jaar
1947 te schenken aan de Nederlandse Katholieke Arbeiders
beweging in het Bisdom Haarlem, afdeling Haarlem, voor de
fraaie restauratie van het gebouw Sint Bavo aan de Smede-
straat 23. De voorzitter, de heer A. J. M. Angenent, nam de
penning in ontvangst, dankte voor het eervolle geschenk, dat
hem en de overige bestuursleden zal aansporen op de inge
slagen weg voort te gaan en bood onze Vereniging een foto
van het herstelde gebouw aan.
Voor het behoud van het oude tolhuis De Haringbuys te
Aerdenhout spanden wij alle krachten in en het stemt ons tot
vreugde, dat het voortbestaan voorlopig verzekerd is. De Een
hoorn aan het Zuiderbuitenspaarne - een der drie overge
bleven paltrokmolens in ons gehele land - geraakte ernstig in
verval. Door de Vereniging De Hollandse Molen werd met een