Enige artikelen in Nieuwe Taalgids en Neophilologus over de
zelfde stof, waren reeds hieraan voorafgegaan. Hij luisterde
naar de beweging in het vers met fijn muzikaal gehoor en was
een van de eersten die hierbij gebruik maakten van de gramo-
foon. Later leidde hij hedendaagse Franse Protestantse schrij
vers in bij het Nederlandse publiek, in verschillende tijdschrift
artikelen en in zijn boek: Ecrivains Protestants Frangais d'au-
jourd'hui (Groningen 1922). Grote verdienste voor de ver
spreiding van de Franse cultuur verwierf hij zich door de
oprichting van het tijdschrift 'Het Franse Boek', door hem
van 1921 tot 1927 geredigeerd. Van zijn belangstelling in het
occulte getuigt zijn artikel: 'Autour du Livre Mystique; Balzac et
Swedenborg'in Revue de Littérature comparée, 1929. Dit was zijn
laatste wetenschappelijke prestatie van belang. Al dit werk ken
merkt zich door een streven om zg. vage onderwerpen precies
te maken. Zijn geest had een sterk exacte inslag.
Toen hij in 1930 naar Haarlem ging, besefte hij dat het
rectoraat van een grote school de gehele mens zou opeisen en
hem geen gelegenheid zou laten voor tijdrovend onderzoek en
inspannende denk-arbeid. Hij zocht voortaan ontspanning in
artistieke werkzaamheidmusiceren, boetseren, tekenen. Hij
had de typische kunstenaarsbehoefte om zich uit te drukken.
Wat hem bezighield of benauwde, was van hem af als hij er
op een of andere manier vorm aan gegeven had. Zijn hele
leven had hij getekend, maar juist in deze richting schoot zijn
talent plotseling uit, merkwaardig verschijnsel, dat zich meer
voordoet bij de man van 50 jaar. In zijn tekeningen zo góed
als in al zijn ander werk, zocht van der Elst eigen wegen.
Zijn talent ook op dit gebied was hoogst oorspronkelijk en
zuiver. De tentoonstelling van zijn teken-werk bij Heerkens
Thijssen in de herfst van 1948 en de 24 Reproducties (Amster
dam 1948) vonden veel waardering en een goede pers.
Het karakter van van der Elst was gegroeid met zijn taak.
Zeer mooi in hem was dat hij gemaakte fouten openlijk kon
erkennen .en goedmaken. Hij was een man met hart, maar die
zijn gevoelens (van pijn en van emotie) volkomen kon beheer
sen. Een Christen die niet de anti-these zocht maar de syn
these, die zijn vrienden had onder mensen van allerlei over
tuiging en die zijn schooldeuren wijd openzette voor alle ge
zindten. Een vredelievend man, die in omstandigheden een
taaie vechter kon worden; een tacticus, die wist waar hij prin-