voor zulk een onderneming. Revolutie dreigde van binnen en buiten; in de Zuidelijke Nederlanden stonden de Fransen al gereed om over de bevroren rivieren ons land binnen te trek ken. Een man zou misschien nog eens wat gewacht hebben, en de zaak eerst eens hebben aangezien. Maar de geschiedenis onzer bouwkunst mag de bouwster voor haar vrouwelijke kloekheid dankbaar zijn: in Amsterdam is tenminste tussen 1780 en 1800 geen enkel groot woonhuis gebouwd, en als over gang tussen de Louis XVI en Empire bouwstijlen is het huis Spaarne 17 bouwkundig zeker niet zonder belang. Om te bouwen heeft men grond nodig. Zij begon daarom met op 11 December 1793 voor 12.000,— een stel huizen te kopen van de Haarlemse oud-burgemeester Mr Isebrandus Johannes Faber van Riemsdijk, die toen voor Haarlem zit ting had in de Staten van Holland en Westvriesland en in ver band daarmee in den Haag was gaan wonen. In de eerste plaats was dit diens woonhuis, 'een huis en erve, staande en geleegen aan het Spaarne over de Berkerosteeg, belend ten Zuidwesten Juffrouw Roskam en Willem van Bork, ten Noordoosten Bartholomeus Franken en Anthoni Ekke, agterstrekkende aan en uitkomende in de Agter of Dijkstraat', welk huis deze op 3 Mei 1771 voor 10.025.-van de erven van Jacobus Barnaart gekocht had. Dan hoorde in de koop het huis daarnaast, ten Zuiden ervan, door Faber van Riemsdijk in 1788 voor ƒ625,- van de boedel van Pieter Batenburg gekocht. Verder was er nog bij een gebouw, gedeeltelijk gea- moveerd, en voordien geweest een stalling, koetshuis en tuin, benevens een koetsierswoning en erf, gelegen aan de Oostzijde van de Achterstraat, en nog een paar huisjes in de buurt daar achter. Drie maanden later, op 1 Maart 1794, kocht zij verder voorf 3.600,— van de erven van Adriaan Roskam een huis ten Noorden van de beide andere aan het Spaarne. Zij bezat hierdoor dus aan het Spaarne een complex van drie aaneen sluitende huizen, benevens het perceel aan de Achterstraat. Van het laatste liet zij maken wat later na haar overlijden om schreven werd als 'een Royaal Koetshuis en Stalling voor tien Paarden, met derzelver erve, staande en gelegen aan de oost zijde van de Achter- of Dijkstraat tegen over het achter gedeelte van het vorige perceel (het groote huis) en hebbende een uit gang in de Bisschopspoort, uitkomende in de Achterstraat voor noemd, benevens een Huis en Erve daarnaast gelegen en daar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 78