en stal aan Jacobus Barnaart; wij zagen reeds dat het huis in 1788 door Faber van Riemsdijk uit de boedel van Pieter Batenburg gekocht werd. Flet huis ten Noorden van het grote huis werd gekocht door Adriaan Roskam; van diens erven kocht naar wij zagen Keetje Hodshon het in 1794. Hiermee had zij dus het gehele huizenbezit aan het Spaarne en de Achterstraat van de Fürstlich Kurlandische Kammerrat weer in één hand verenigd. Dit complex aan het Spaarne liet zij dus afbreken tot bouw terrein voor haar nieuwe huis. Tot bouwmeester koos zij Abraham van der Hart, Directeur der Stadswerken en Ge bouwen te Amsterdam (1757-1820), die in Amsterdam al ver schillende grote gebouwen gezet had, als het Stads Werkhuis aan de Roetersstraat en het Maagdenhuis aan het Spui, en later in Haarlem nog het boven reeds genoemde huis Nieuwe Gracht 7 zou bouwen. De bouwtekeningen van het huis zijn niet bewaard gebleven, maar in het Gemeente-archief te Haar lem bevinden zich twee ontwerpen van de voor- en achterge vels van de hand van van der Hart, een, blijkbaar afgekeurd, van 1793, en een van 1794, dat uitgevoerd werd. Zij verschillen in zo ver, als bij het eerste in de voorgevel een middenrisaliet van drie ramen breedte het nu in de vorm van een halve zes hoek vooruitspringende middengedeelte vervangt. Dit mid denrisaliet werd bekroond door een fronton met wapenschild en een reeks beelden op de kroonlijst. Op het tweede, uitge voerde, ontwerp wordt het middenstuk afgesloten door een rechte kroonlijst met attiek, waarop in het midden een beel dengroep van drie figuren: Minerva met de speer, en aan haar zijden twee naar haar opziende vrouwenfiguren, terwijl langs de kroonlijst een tiental vazen aangebracht zijn. Van de beeld groep is in de loop der tijden één vrouwenfiguur aan de tand des tijds ten offer gevallen; hetzelfde geschiedde met de vazen, die op een tekening van 1862 van de hand van Dr C. Ekama nog te zien zijn. Verder ontbreekt op het eerste ontwerp de niet zeer fraaie uitbouw aan de zuidzijde van het gebouw, die de symmetrie er van verstoort, en die op het tweede wel aan gegeven staat. Hoe de oorspronkelijke bedoeling van de archi tect in dezen geweest is is niet duidelijk; daar de achtergevel 100 voet breed is tegen de voorgevel 80 moest de eerste wel een eind buiten de tweede uitsteken. De eerste steen werd gelegd op 19 Juni 1794 door het vier-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 85