- 49 -
het antwoord schuldig blijven. Bouwrekeningen zijn niet be
waard gebleven, wat wel jammer is: wij zouden gaarne wat
meer gehoord hebben over de (waarschijnlijk buitenlandse)
kunstenaars die het interieur versierd hebben. Dat het huis
niet goedkoop geweest is mogen wij intussen wel aannemen.
In het begin van 1795 kon de eigenares haar nieuwe huis
betrekken. Maar één ding ontbrak nog aan haar geluk. Voor
het huis stonden bomen, die haar het uitzicht op het Spaarne
en de Grote Kerk benamen. Zij zond daarom een rekest aan
de Provisionele Regering van Haarlem, die na de revolutie van
19 Januari 1795 het bestuur van de stad in handen genomen
had, met het verzoek de bomen te mogen omhakken. En deze
regering was niet zo Jacobijns van zin, en niet zo overladen
met moeilijke beslissingen, of ze vond nog tijd om op 22 April
1795, 'disponeerende op het verzoek by Requeste aan dezelve
gedaan door de Burgeresse Cornelia Catharina Hodshon,
ten einde zodanige Boomen langs het Spaarne, welke voor het
door haar nieuw opgebouwde huis aldaar zyn staande, en haar
in het gezicht merkelyk hinderlyk zyn, mogten worden uitge
rooid, zonder dat er nieuwe in de plaats geplant worden; heeft,
na deliberatie, en ingekomen consideratien en advies van de
commissie van de Fabrikage, goedgevonden en verstaan, het
voorschreeve verzoek te accordeeren, zoo als het zelve geacoor-
deerd wordt by deezen, wordende diengevolge den Fabryk
dezer stad geauthoriseerd om alle zodanige boomen welke, ter
plaatse voorschreeve, het gezigt uit 't nieuw gebouwde huis
van de Burgeresse Hodshon mogten hinderen, zynde zes in
getal, voor rekening van dezelve Burgeresse te doen wegnee-
men, zullende in plaats van dezelve geen anderen geplant wor
den. En zal copie dezer gegeeven worden aan Cornelia
Catharina Hodshon, als mede aan den Fabryk dezer stad tot
derzelver naricht'1Op dit besluit heeft de Hollandsche Maat
schappij zich enkele jaren geleden nog eens beroepen, toen
voor het gebouw weer iepen opgegroeid waren, die 'haar in
het gezicht merkelyk hinderlyk' waren.
In dit huis heeft de bouwster nu ongeveer 34 jaar van haar
leven gewoond, tot haar overlijden in 1829. Twee gebeurte
nissen uit dat leven zijn voor het nageslacht bewaard gebleven,
(1) Zou het haar misschien geholpen hebben, dat zowel haar zwager
Lestevenon als haar vroegere voogd Pieter Kops Goedschalksz. deel
van deze Provisionele Regering uitmaakten?