- 5° - één historisch, en één meer legendarisch. Toen in 1799 de Engelsen en Russen in ons land vielen, en op 20 September van dat jaar de slag bij Bergen plaats vond, werden de vol gende dagen een groot aantal krijgsgevangenen en gewonden naar en door Haarlem gevoerd. Een aantal der gewonden kwam per schip aan. Toen die schepen voor haar huis aan het Spaarne meerden heeft de bewoonster 'voor een hospitaal van gekwetsten', zoalsde Haarlemse historieschrijver A. Loosjes Pzn. het uitdrukt1, eten laten klaarmaken en uitdelen. Van deze gebeurtenis is een tekening gemaakt door F. A. Milatz, gegraveerd door L. Portman en o.a. in het werk van Loosjes afgedrukt. De andere, meer legendarische gebeurtenis is, dat volgens het verhaal een aantal schippers, die altijd voor haar huis hun schepen losten, het zo jammer vonden dat de juf frouw maar niet trouwde. Zij zouden er toen om geloot hebben wie haar ten huwelijk zou vragen. Zij schijnt dit geval nogal van de humoristische zijde bekeken te hebben, haar vrijer en zijn makkers op bier onthaald te hebben, maar gezegd te heb ben dat zij toch maar liever ongehuwd wenste te blijven. Nog eenmaal tijdens haar leven heeft zij verder haar bezit uitgebreid. Ten Noorden en naast de bovengenoemde brou werij de Hollandsche Thuyn' had vroeger een andere brouwerij gestaan, 'den Aker' geheten. Omstreeks 1750 waren twee pak huizen, die deel uitgemaakt hadden van die gewezen brou- werij, in handen van de familie Koek. Op 7 Juli 1753 ver kochten Jan Koek en Cornelis Koek, voor zich zelf en voor Jan Kant en Gijsbert van Opmeer aan Antonie Ekke voor de somma van 212,- 'een Pakhuys met een Erve, zynde een gedeelte van de gewezene Brouwery den Aker, belent ten Westen het Spaarne, ten Zuyden de Heer Jacobus Barnaerd, ten Noorden de verkoopers, agterstrekkende aen de agter- straat'. Op 22 Januari 1779 deden de executeurs van de boedel van wijlen Antonie Ekke het pakhuis voor 640,- over aan Cornelis Langkamp, na wiens overlyden zyn kinderen het op 16 Augustus 1822 voor 600,- aan Cornelia Hodshon ver kochten. Het pakhuis schijnt toen in niet zeer goede staat ge weest te zijn, ten minste de koopster kreeg op 23 Augustus van dat jaar van Burgemeestere^ der Stad Haarlem vergunning, (1) A. Loosjes Pzn., Geschiedkundig Gedenkstuk van het voorge vallene binnen Haarlem in de laatste helft van het jaar MDCCIC. Haarlem, 1803.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 88