liers vermaakte zij aan haar nichtjes, de dames van het Wijn- bergs Hofje, waarvan zij regentes was, kregen elk 50,-, de Mennoniete, Gereformeerde, Roomse en Lutherse Godshuizen elk 1.250,-, enz. Executeurs waren haar broeder Isaac Hodshon, haar neef Joan Hodshon, en de Haarlemse Burge meester Jhr David Hoeufft, ter vervanging van de oorspron kelijk door haar aangewezen maar voor haar overleden neef Mr Jan van Styrum. Deze hadden nu als eerste taak, het huis te ontruimen en een inventaris en taxatie van de boedel op te maken, waartoe zij met Notaris Haselaar en een paar deskun digen vijf dagen bezig waren. Van niet minder dan 42 grote en kleine kamers en kamertjes, kabinetjes, beddenkamers, appelkamertjes, porseleinkamers, provisiekamers, trappen, gangen, enz. moest de inhoud op schrift gesteld worden. Het aantal serviezen en glazen dat hierbij te voorschijn kwam was op zichzelf al voldoende om een klein eethuis mee te beginnen Overigens viel de nalatenschap van Tante Keetje niet mee. Het dure huis en de Franse tijd met zijn tiërcering en andere calamiteiten hadden een flinke bres in haar fortuin geslagen. Toen op 16 Juni 1830 de executeurs na uitbetaling van de legaten en voldoening van de successie-rechten, na verkoop van het huis en aflossing van een hypotheek van f 40.000,- op de Heerlijkheid Hazerswoude voor de uiteindelijke boedel scheiding bij Notaris Haselaar bijeen kwamen, bleek het te verdelen kapitaal niet meer dan 258.160,- te bedragen. Telt men daarbij op het bedrag van nominaal ƒ198.000,- aan 2V2 inschrijvingen Nationale werkelijke rentegevende Schuld, uitgegeven aan legaten of gereserveerd voor jaargel den, welke fondsen toen circa 50 noteerden, en de ongeveer 18.000,- die aan kleinere legaten waren uitbetaald, dan blijkt het dat zij nog geen vijfde deel overgehouden had van wat zij als jong meisje had geërfd, afgezien nog van de waardever mindering van het geld sinds die dagen. Het lege huis kwam op 24 April 1830 in publieke veiling in het logement de Gouden Leeuw in de Zijlstraat. In de koop waren mede begrepen de stal aan de Achterstraat tegenover het huis, volgens de beschrijving gebouwd door de eigenares in plaats van een vroegere stal en koetshuis, met twee huizen er naast op het terrein van een paar huizen en erven die zij daar in 1794 en 1796 nog had gekocht, tezamen voor1.340,-. Het complex werd gekocht door de Amsterdamse makelaar - 52 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 90