- 53 - Jan Twisk Cornsz. voor de somma van 27.000,-. Alles te zamen brachten de huizen dus nog geen 10.000,- meer op dan wat de bouwster voor de grond betaald had. Het bouwen van grote huizen is nog nooit een goede geldbelegging geweest De werkelijke koper bleek te zijn de Amsterdamse bankier Adriaan van der Hoop, stammend uit de Dordtse familie van die naam. Deze (1778-1854) was de zoon van de vroegere Minister van Marine Mr Joan Cornelis van der Hoop en Agnes Maria Dedel, en een broeder van Suzanna Sophia van der Hoop, die naar wij zagen gehuwd was met Keetje's broeder Albertus Hodshon, zodat het huis hem wel niet ge heel onbekend geweest zal zijn. Als bankier was hij lid van de bekende firma Hope Co., en verder lid van de Amster damse Gemeenteraad, de Provinciale Staten van Noordhol land, de Eerste Kamer, enz. Het meest is zijn naam bekend gebleven als kunstverzamelaar: zijn kabinet van schilderijen, dat hij na zijn kinderloos overlijden aan de stad Amsterdam vermaakte, en dat door deze weder aan het Rijksmuseum in bruikleen is gegeven, maakt onder de naam van 'de collectie- van der Hoop' een belangrijk deel van het bezit van het Mu seum uit. Rembrandt's 'Joodse Bruidje', door van der Hoop in Londen gekocht, mag wel als de parel van deze col lectie beschouwd worden. Waarom van der Hoop het huis kocht is niet geheel dui delijk. Dat hij er in gewoond zou hebben is niet zeer waar schijnlijk: hij had een huis te Amsterdam aan de Keizersgracht bij het Molenpad, en daar ook zijn dagelijks werk. Voor een buitenhuis, om in de zomer te bewonen, als de gefortuneerde Amsterdammers toen vaak in Kennemerland hadden, leende het steedse huis aan het Spaarne zich weinig. Men heeft wel ondersteld dat hij het huis gekocht zou hebben om het in te richten tot museum voor zijn schilderijen, waarvoor het zeker meer geschikt geweest zou zijn, maar uit een dagboek dat van der Hoop van zijn aankopen op kunstgebied aanhield, en dat ik in het Rijksmuseum te Amsterdam mocht raadplegen, blijkt dat hij eigenlijk pas met het verzamelen van schilderijen be gonnen is toen hij het huis al weer van de hand gedaan had. Daarbij komt nog dat hij al eerder, in 1818, begonnen was bij Santpoort landerijen, duinterreinen en een blekerij aan te kopen, wat hij in een twaalftal aankopen tot 1845 heeft voort gezet, uit welke aankopen hij de buitenplaats 'Spaarnberg' aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 91