- 54 - de Wüstelaan opbouwde, waar hij in 1839 door de architect J. D. Zocher het nu nog bestaande huis liet zetten, waarin hij ook een gedeelte van zijn kunstbezit onderbracht. Aan een groot huis in Haarlem h<ad hij dus weinig behoefte. Mocht hij het huis als geldbelegging gekocht hebben, dan is dit een mis rekening van hem geweest. Tijdens zijn kort bezit van het huis heeft van der Hoop er nog één verandering aan aangebracht: hij liet de stal, aan de Achterstraat, die hem blijkbaar zeer beviel, afbreken en in 1833, vóór dat Zocher daar nog aan het bouwen was, naar 'Spaarnberg' overbrengen, als blijkt uit twee stenen, in de nog bestaande stal van 'Spaarnberg' aangebracht. Van der Hoop heeft niet lang pleizier gehad van zijn aan koop. Reeds op 3 Juni 1834, nauwelijks vier jaar nadat hij het gekocht had, verkocht hij het gehele complex voor Notaris Mr Joh. Commelin weer voor 25.000,- aan Guillaume Desiré Poelman, grondeigenaar te Haarlem. Poelman was weer een geheel andere figuur dan de beide vorige eigenaars. Hij was lid van de Gentse firma Poelman hls Vervaecken, een van de drie firma's die zich op instigatie van Koning Willem I en onder garantie van de Nederland- sche Handel Maatschappij in Haarlem vestigden, in de hoop dat daardoor de economische toestand van de noodlijdende bevolking, waarvan toen ter tijd ongeveer een kwart bedeeld moest worden, verbeterd zou kunnen worden. (De beide an dere waren de Engelse firma Wilson, die een katoenfabriek opzette op de plaats die tegenwoordig het Wilsonsplein heet, en de Waalse firma Prévinaire, wier fabriek aan de Kinder huissingel bij de Garenkokerskade tot aan de eerste wereldoor log is blijven bestaan)Poelman Vervaecken bouwden hun spinnerij, 'de Phoenix' geheten, op het terrein tussen Spaarne en Parklaan, dat thans nog als 'Phoenix-terrein' bekend staat. Deze fabriek werd in 1834, het jaar dat Poelman het huis kocht, geopend. Gebloeid heeft zij nooit (evenmin als die van Wilson) en een redding voor de Haarlemse bevolking is zij nooit geworden; de Haarlemmers bleken ongeschikt voor het meer scholing vereisende werk daarin, zodat daarvoor Belgen moesten overkomen, en slechts ongeschoold werk kon door de bewoners der stad worden uitgevoerd. Toen het bleek dat Poelman buitenlandse producten invoerde, om die als pro ducten van zijn eigen fabriek te laten doorgaan, werd hij door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 92