- 17 -
Het hele team verstond zijn werk
En maakte 'Haerlem' groot en sterk.
En wat zal ik thans aan Ulieden
Als feestgeschenk straks mogen bieden?
In d'eerste plaats een som in geld,
Twaalf honderd gulden welgeteld.
Wij geven geen bestemming aan;
Wat Gij zult doen, zij welgedaan.
Het spreekt vanzelf, dat deze tijd
Zeer velen dwong tot zuinigheid.
Dat wij nochtans een geldsbedrag
Ontvingen, dat er wezen mag
Stemt ons tot vreugde, U tot eer,
Want het bewijst ons toch hoezeer
Uw werk waardering heeft gevonden
En velen aan U heeft gebonden.
Als tweede gave breng ik heden
Een dertigtal gloednieuwe leden.
Als een vereniging wil bloeien,
Dan moet het aantal leden groeien
Wij hopen, dat de nieuwelingen
Ook eens verheugd Uw lof gaan zingen.
Hier snijdt het mes aan beide kanten,
Want Gij ontvangt van hen contanten,
Terwijl wat hun te wachten staat
In waarde daar ver boven gaat.
En dan wil ik de hoop nog uiten,
En daar mijn toespraak mee besluiten,
Dat 't 'Haerlem' verder goed zal gaan,
Dat zij nog lang zal voortbestaan,
Dat zij voortdurend blijve groeien
En met Gods zegen rijk'lijk bloeien.