HENDRIK VAN BORSSUM BUISMAN 1 Januari 1873—15 October 1951 In 1892 kwam de 19-jarige Hen BuismanI) op de Haagse Academie van Beeldende Kunsten na in Delft het gymna sium te hebben bezocht en leerling van Le Comte te zijn geweest. Daar ontmoetten wij elkaar en werden vrienden. Nadat wij hier drie jaren hadden gewerkt raadde Willem Maris ons aan, naar de Academie van Antwerpen te gaan. Wij trokken daar met zijn zoon Simon naar toe en volgden er o.a. de lessen van Albrecht de Vriendt en Henri Hey- mans. Als medeleerlingen troffen wij daar aan Toon Dupuis, Isidoor Opsomer, Walter Vaes en H. J. Wolter. Na beëin diging van onze studie vestigden wij ons in Den Haag, waar Buisman de voortreffelijke beeltenis van Speeniioff schilder de, welke in München de gouden medaille verwierf. Spoedig werd hij er lid van Pulchri Studio en van de Haagse Kunstkring. Des avonds gaf Buisman les aan de Aca demie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam. In 1913 verhuisde hij naar Haarlem, waar hij als opvolger van John F. Hulk tot Bewaarder van de Kunstverzamelingen en Casteleyn van Teylers fundatiehuis benoemd was. Kort daarop werd zijn huwelijk voltrokken met Mejuffrouw J. C. M. Sleeswijk, die hem een grote steun werd bij het beheer van deze inrichting. In het begin moest de jonge schilder wennen aan de nieuwe omgeving en zich inwerken in de taak van conser vator der kunstschatten, waarin hij spoedig slaagde. Onder zijn beheer werden nieuwe aanwinsten verworven en talrijke tentoonstelingen gearrangeerd van de tekenin gen en etsen, behorend tot de collectie. Het publiek kreeg hierdoor meer toegang tot de schatten van Teylers Stichting, hetgeen in niet geringe mate bijgedragen heeft tot verhoging van het culturele peil in Haarlem. Bij de kunstbeschouwingen op de geboortedag van Tey- ler was Buisman in zijn element bij het inleiden en verklaren der diverse bladen. De expositiezalen liet hij moderniseren, waardoor deze een frisser aanzien kregen; de verzameling (i) Later werd de naam van zijn grootmoeder bij de zijne gevoegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1951 | | pagina 53