- 65 -
blijft'. Dan wordt al spoedig het oude huis afgebroken en een
nieuw gezet; een nieuwe paardenstal wordt gebouwd wat
verder van het huis af, ongeveer daar waar de tegenwoordige
oprijlaan naar Belvédère begint, en het machtige college van
Hoogheemraden van Rijnland verleent toestemming om
alles af te sluiten met een 'rasterhemmg op 14 Maart 1818
verleent het permissie tot het rooien van een boom voor het
huis aan de'Heereweg
Na overlijden van haar echtgenoot, hertrouwt Mevr. Wes-
trik met Pierre Alexandre Hébert; zij woont dan te Meche-
len in de Schipstraat; ook haar tweede man overleett zij.
Haar gemachtigde Willem van der Vlugt makelaar en raads
lid te Haarlem, verkoopt op 2 Februari 1841 voor 12.000 -
aan Arent Pluym te Amsterdam, bewoner van het belendend:
'Belvédère', 'haar Buitenverblijf genaamd Bijdum gelegen
te Overveen, het laatste in de Buurt na Bloemendaal, be
staande in eene Heerenhuizinge, Koepel, koetshuis, stalling
en tuin'. Ten tijde van deze verkoop was Bijduin verhuurd
voor 800,- 's jaars - welke huur de koper tot eind Januari
1842 gestand moest doen aan Johannes Luden (1792—l»o»)
te Amsterdam, directeur van de Nederlandsche Bank lid der
Provinciale Staten van Noord-Holland en adjudant ï.b.d. des
konings, gehuwd met Anna Catharina Duker, .dochter van
Mr Petrus Gerardüs Duker en Anna Catharina Boode. Het
echtpaar Luden-Duker werd opgevolgd door de Wed. Mr
Jacob Hendrik Boode, geb. Catherine Antoinette Martin
(1769—1848), schoonmoeder van Willem Borski II, die tot
haar dood 's zomers op Bijduin verbleef; daarna werd de
plaats bewoond door haar zoon J. F. (Frits) Boode met vrouw,
geboren Snethlage, en dochter Annette, die zwakzinnig Was.
In 1863 voegt Willem Borski II Bijduin door koop bi] zijn
uitgestrekt grondbezit, hetgeen op den duur het verdwijnen als
zelfstandig buitentje en het opgaan in Belvédère meebrengt,
waarvan de eigenaren sindsdien ook die van Bijdum zijn.
Als huurders van Bijduin vinden we in 1867 een echtpaar
Ziegenhirt von Rosenthal, waarvan de man, gepensionneerd
ambtenaar, later naar Haarlem vertrok; verder is het plaatsje
nog enige tijd bewoond geweest door Jan Bijvoet, wiens we
duwe, geb. Eldering, hertrouwde met den Overveensen arts,
J. Th. Bornwater. In 1904 kreeg het huis een bestemming
als tuinbaaswoning van Belvédère, terwijl tevens in dat jaar