67
banken in de kerk in te nemen, brengt hij de zanders hun
plichten onder het oog. Willen ze niet luisteren, dan worden
ze 'hier aende Sanderij niet meer getollereert'.
Inmiddels was de tijd genaderd, waarop 'de als nogh lopen
de sanderij vande E. heer Gabriel Margeles haer eijnde
nemen sal'; met de gravin-douairière van Brederode, Louise
Christine, gravin van Solms-Braunfels, zuster van prins
Frederik Hendriks vrouw: Amalia van Solms, als moeder
voogdes over de minderjarige Wolphert van Brederode,
is hij 'in conferentie gecoomen weghens het verder con-
tinueeren van de voorseijde sanderij en eijntlijck sijn sij dien-
aengaende met den anderen oovereengecoomen ende ver
draghen op een nieu voor den tijt van vijffentwintig eerst
comende ende aghter een volgende jaren' deze zanderij voort
te zetten. (12 Juni 1661-11 Juni 1686.) Brederode verbond
zich in die tijd niet te zullen zanden of iemand tot zanden toe
te laten. Verder was gestipuleerd, dat Marselis 'over de
Sanders soodanige order sal vermogen te stellen als hij naar
gelegenthijt van saaken en den tijt sal geraden vinden'. De
baljuw en rentmeester van Brederode zal Marselis 'tot allen
tijden so veel mogelijk de hulpige hand bieden om alle weerder-
weerdigheijt te helpen weeren opdat het sanden te beeter en
na behooren mag voort geset werden'.
Gedrukt te Haarlem bij Abraham Casteleyn, 'Stads-
Drucker op de Marckt, op den hoeck van de Hout-straet',
verscheen op 28 Maart 1662 een 'Reglement ende Ordre der
Sanders op de Sandtvaert van den Heer Gabriël Marselis,
leggende omtrent Overveen, bij desselfs Hof-stede, genaemt
Els-Wout'. In dit 69 artikelen tellende reglement was stellig
neergelegd het 'gewoonterecht' dat tot dan ten aanzien van
de zanders had gegolden. Zij zijn verenigd in een 'gildt', aan
het hoofd waarvan een 'collecteur ofte vaertmeester' staat,
die met vier 'vinders' het bestuur vormt; elk der vinders is
hoofd van één van de vier groepen, waarin de gezamenlijke
zanders zijn verdeeld. De collecteur wordt door de Heer van
de Zanderij benoemd. Samen met de vinders, van wie jaarlijks
de twee oudsten 'afgaen', maakt hij een schriftelijke voor
dracht op van vier personen 'uyt het gemeene Gilt vande
Sanders', uit wie de Heer van de Zanderij twee verkiezen zal
als opvolgers (art. 64). Het bestuur beheert de gemeenschap
pelijke kas, de 'Bos', en is 'gehouden alles wat'er ten behoeve