6g
kosten van verschillende gereedschappen, als kruiwagens,
planken, palen enz.; verder ontvangen de zanders van tijd tot
tijd een 'kleedtgelt'. Dit was bestemd voor het huren van
kleden waarover in de Kolk - de Oude Brouwerskolk in de
Houtvaart - de inhoud der zandschuitjes werd overgeladen in
grotere schepen, teneinde het morsen en dus verzanden van
die kolk tegen te gaan.
Artikel 44 gebiedt de zanders uitdrukkelijk zich behoorlijk
tegenover een ieder te gedragen, speciaal mogen zij niet 'hin
der doen/ ofte onbeleefdelijck bejegenen de water-haelders',
een voor de brouwnering belangrijke groep mensen in de
Haarlemse samenleving.
Behalve des Zondags was zanden steeds toegestaan - de
Overveense 'huysluyden' hadden vergunning om voor eigen
gebruik aan de zanderij gratis zand te halen - van zonsop
gang totdat 's avonds de poortklok van Elswout begon te
luiden.9)
Stellig komt bij Marselis, hoewel zakelijke motieven ook op
het terrein der liberaliteit hem niet vreemd zullen zijn geweest,
nog de Middeleeuwse charitas-gedachte tot uitdrukking, als
hij op Nieuwjaarsdag 1663 in zijn houterig handschrift het
volgende neerschrijft:
'Anno 1663 Den 1 Januario in Overveen hebbe ick onder-
geschrevene, belooft aan de sanders tenbehoeve voor de
schoudt (i.e. collecteur) en de vinders vant gildt, soo
lange alsse hun sodanig comportere dat ick geen oorsake
en hebbe over hun te clagen, jaerlijxc aan hun te vereren
tot een niewe jaer aght guldens voor een tonne goetbier.'
Wanneer deze functionarissen op nieuwjaarsdag rekening en
verantwoording moeten afleggen aan de Heer van de zanderij
'sullen sij uyt de bos mogen verteren neffens een tonne bier
vijftig guldens'. Overveen met toen bijna een dozijn 'dronken
huijskens en taveernen', die het 'kwaad ongeregeld geselschap
van hoeren en boeffen' herbergden, bood daartoe stellig ge
legenheid te over!
Eén van de belangrijkste werkzaamheden, die Marselis -
op 7 Sept. 1665 door koning Frederik III van Denemarken
in de adelstand verheven10) - heeft doen uitvoeren, was ter re
geling van de waterstand de bouw in de Zandvaart van een
sluisje met er naast gelegen sluishuis, 'waarvan het geheele be
houd, groeij en bloeij van dese considerable plaats afhangt,