44 denken? Opnieuw een reeks veronderstellingen, gebaseerd op de plattegrond. Als primair element neem ik aan de grote weg, in het mid den latende wanneer, door wie en of deze is aangelegd. Van het centrum van het oude graafschap Holland uit, ongeveer van 's-Gravezande tot Leiden is geleidelijk aan de veenstreek gekoloniseerd; het is wellicht geen waagstuk te veronderstellen dat een dergelijke kolonisatie in een vroeger stadium zich langs de duinstrook noordwaarts heeft begeven. In Haarlem zou ik dan een kolonistendorp willen zien, op een gegeven ogenblik 'gesticht'. Aan deze stichting moeten overwegingen omtrent de keuze van de juiste plaats zijn vooraf gegaan. Alweer ver- onderstellenderwijs volgt hier een opsomming van overwe gingen die tot de keus van Haarlem geleid kunnen hebben. In de eerste plaats kwam alleen een punt in aanmerking dat aan de weg lag, verbonden was met het uitgangspunt van de kolo nisatie; de meergenoemde zandrug bood over zijn hele lengte plaatsen genoeg aan die aan deze eis voldeden. Ten tweede kon de zandrug uitstekend als akkerland dienen, wellicht beter dan de hogere, drogere en heuvelachtiger rand van de binnen- duinen bij Overveen enz., terwijl het tussen zandrug en binnen- duin gelegen veenterrein weidegrond aanbood, betrekkelijk veilig voor overstromingen van het Spaarne. Ten derde diende men drinkwater in de onmiddellijke nabijheid van de nederzet ting te krijgen. Deze wens kon gecombineerd worden met de noodzaak het veenterrein te draineren door het graven van een beek dwars door de zandrug. Men koos nu een plek waar men, eenmaal door de zandrug heen, met het graven onmiddellijk het Spaarne bereikt had, dat is de plek waar Haarlem ont stond Overal ligt tussen de zandrug en het Spaarne een strook veengrond, alleen tussen de huidige Melkbrug en de Dam straat ongeveer stroomt het Spaarne vlak langs de zandrug, en daar bereikt een beek met de minste moeite de rivier. De dorpsvorm zou de klassieke vorm krijgen van het dorp op de hogere gronden: hoeven rondom een plein, de vraag was al leen: het plein ten Noorden of ten Zuiden van de beek. Ten Zuiden van de Beek zou betekenen: open naar het Noorden, en dus lag het voor de hand het plein ten Noorden van de beek te leggen, zodat het zich naar het Zuiden opende. Er ontstond nu een plein ongeveer driemaal zo langs als breed, ten Zuiden be grensd door de beek, ten Westen en Noorden door hoeven en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1953 | | pagina 76