HET BEZOEK VAN PRINS PHILIPS VAN SPANJE AAN HAARLEM op 30 September en 1 October 1549 De jaren 1548 tot en met 1550 stonden in de Nederlanden in het teken van toenemende centralisatie en eenwording. De verhouding der zeventien 'landen van herwaarts over' tot het Duitse Rijk was op den Rijksdag te Augsburg in 1548 op nieuw geregeld, terwijl de in 1548 en 1549 door de Staten der verschillende gewesten aangenomen Pragmatieke Sanctie de erfopvolging voor al de Nederlanden uniform regelde. Het is dan ook niet te verwonderen, dat Keizer Karel V, nog vóór zijn vijftigste jaar een oud, afgeleefd en ziekelijk man, zijn in 1527 geboren zoon Philips thans reeds door de verschillende gewesten als toekomstig landsheer wilde laten inhuldigen, op dat na zijn dood of troonsafstand de regeeringswisseling zonder schokken zou verlopen. In dit verband moeten wij dus de reis zien, die de Spaanse kroonprins in den zomer en den herfst van 1549 door de Ne derlanden maakte en in den loop waarvan hij op 30 September en 1 October van dat jaar ook Haarlem zou bezoeken. Voor hij aldaar aankwam, had hij in Holland reeds bezoeken aan Heusden, Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Delft, 's-Gra- venhage en Leiden achter den rug, terwijl hij daarna in Hol land alleen Amsterdam nog zou bezoeken. In de steden Dordrecht, Delft, Leiden, Haarlem en Amsterdam (de zesde der 'grote' steden van Holland, Gouda, heeft hij niet bezocht) is hij gedurende zijn reis door Holland als toekomstig landsheer ingehuldigd. Evenals in de andere door Philips bezochte grote steden wordt te Haarlem de inhuldigingsoorkonde, waarin de door den vorst en de burgerij afgelegde eden woordelijk staan op genomen, nog ten archieve bewaard. Daarnaast komt voor de geschiedenis van Philips' bezoek aan Haarlem alleen de the sauriersrekening over 1549 in aanmerking, daar zowel de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1953 | | pagina 78