- 25 -
In 1923 zag Mol de microscopische films van Professor
Siedentopf uit Jena. Deze waren voor hem een openbaring,
want zelf had hij grote belangstelling voor microscopie. Na
een bezoek aan Prof. Siedentopf en daarna aan Dr Comman-
don van de Sorbonne te Parijs besloot hij zelf micro-opnamen
te gaan maken.
Zijn uitgebreide fotografische kennis en zijn typische aan
leg voor het experiment hadden tot gevolg, dat hij reeds in
die jaren (1925-1926) door toepassing van een fotografische
kunstgreep resultaten bereikte, die eerst kortgeleden door de
fase-contrast microscopie werden overtroffen.
Zijn eerste grote microscopische film was getiteld: 'Antho-
nie van Leeuwenhoek'.
Over deze bekende Nederlander, ontdekker van de wereld
van de levende micro-organismen, maakte hij een film die ook
thans nog in Amerika als een standaardwerk op dit gebied
wordt beschouwd.
Daarna ontstond in opdracht van het N ederlandsche Roode
Kruis de 'Malariafilm' waarin voor het eerst de gehele ont
wikkeling van de malariaparasiet en van de malariamug, de
anopheles, werd gefilmd.
Mol begon tevens aan zijn serie films, getiteld: 'Wonderen
der Natuur' waarin hij zijn publiek (hij hield in die jaren
honderden lezingen) een ongekende wereld voortoverde.
Vele ouderen in den lande zullen dankbare herinneringen
bewaren aan de uren met hem doorgebracht bij 'Zwerftochten
door een Waterdruppel', 'Ons Bloed', 'Het Wonder der Bloe
men' en 'Kristallen'.
Want niet alleen de microscopische wereld had Mols veel
zijdige belangstelling; alles wat leefde in de natuur, alles wat
bewoog of groeide bestudeerde hij met het onuitputtelijke
geduld van de onderzoeker. Overal trachtte hij tot de kern
der dingen door te dringen door speciale hulpmiddelen, die
de film hem bood.
Om de groei en de bewegingen der planten en bloemen
te kunnen filmen ontwierp en bouwde hij een speciale in
stallatie die het hem mogelijk maakte een groei van weken
weer te geven in enkele seconden.
Tegenwoordig zijn dergelijke films vrij algemeen bekend.
Mol was ook op dit gebied een pionier.
In 1928, toen de filmliga-gedachte ontstond, de beweging,