78
Leeghwaters latere ontwerp, zoals het in het Haarlemmermeer-
boek staat, geeft de Haarlem-Leiden-verbinding wèl (met ge
bruikmaking van het Spaarne ditmaal)doch de beide andere
niet. Maar ook Leeghwaters plan zou het niet halen; men
weet, dat het grote droogmakingsplan in de Statenvergadering
is gekelderd.
Voor nationale of gewestelijke verkeers- en ontwikkelings
plannen - en hiervan had het grote plan van Veris en con
sorten veel weg bood de zeventiende eeuw met haar scherp
gescheiden en taai verdedigde stedelijke invloedssferen niet de
vereiste ruimte. Die steden hadden het in de Statenvergadering
voor het zeggenhet was er soms een schaakspel van belangen
'help je mij, dan help ik jou'. En buiten de landswetgever om
viel aan zo'n werk niet te denken, want men had een ont-
eigeningsbesluit nodig en ook een machtiging tot tolheffing.
Dat de steden het ooit in der minne met al die lokale machten
ten plattelande en met zó veel eigenaars eens zouden worden,
dat was ondenkbaar.
De zaak bleef 'dood', totdat de positie op het schaakbord
haar verlevendigde. Amsterdam en Gouda hadden een
oktrooi-aanvraag voor een trekvaart tussen deze beide steden
te vuur staanzelfs fluisterde men van een voortzetting Gouda-
Dordrecht, waarmede de band tussen Amsterdam en de Maas
mond niet slechts, maar met het Scheldebekken en een veel
wijder achterland nauwer zou zijn aangehaald. Konden nu de
westelijke steden dit plan niet keren, ze konden tenminste als
tegenprestatie bedingen, dat de groep Amsterdam-Gouda aan
het plan Haarlem-Leiden niets in de weg zou leggen. En alzo
geschiedde: de beide oktrooibesluiten konden in 1656 de
Statenvergadering passeren. Het oktrooi voor het trekpad
Leiden-Utrecht daarentegen wisten Haarlem en Gouda tegen
te houden; dit pad kwam vervolgens toch tot stand, dank zij
enige pressie van de zijde van hoogheemraden van Rijnland
en tegen hogere kosten natuurlijk.
Zo stonden Haarlem en Leiden tamelijk onverwachts voor
het feit, de trekvaart met weg van 30 km lengte te moeten
maken. Tussen de twee hoofdvarianten van het plan het
oostelijke, Heemstede-Warmond en het westelijke, Vogelen-
zang-Noordwijk koos men het westelijke. De heer van
Noordwijk had het belang van zijn dorp bepleit, maar de be
weegreden, dat in de 'hoge venen' de grond goedkoper zou