80
van Amsterdam naar Rotterdam via Haarlem-Leiden-Delft
geschapen, comfortabeler wellicht dan de zéér lange vaart
Amsterdam-Goud a met aansluiting aldaar op een postwagen
via de straatweg naar Rotterdam. Na enige verbetering der
aansluitingen kon men makkelijk op een dag heen en weer van
Amsterdam naar Rotterdam's avonds negen uur uit Amster
dam vertrekkende kwam men de volgende morgen om negen
uur in Rotterdam, om zes uur 's avonds op de terugweg,
's ochtends om zes uur in Amsterdam, even scheren en ontbijten
en fris weer naar kantoor. Fris inderdaad, men kon in de rus
tig varende schuiten wel slapen. Je kon van de schipper een
kussen huren, en wie dit niet verkoos nam er een mee, met een
reisdeken. Later maakte men roeven in de schuiten, roeven die
men kon afhuren; dat gaf dan weer fatsoenskwesties zoals
deze: of een fatsoenlijk man, de roef afgehuurd hebbende,
fatsoenshalve verplicht was andere fatsoenlijke mensen bij zich
in de roef te vragen en of die andere fatsoenlijke mensen dan een
aandeel in de kosten moesten aanbieden. Het reisverhaal van
H. Potter, zelf fatsoenlijk maar onvermogend, praat tot ver
velens toe hierover. Met dit al toonden wij Hollanders ons in
levenskunst weer de minderen van onze zuiderbroeders: wie
lekker eten wilde, ging expres hiervoor met de trekschuit van
Gent naar Brugge, terwijl men in Holland op de zelf-meege-
brachte fles was aangewezen (glaasjes had de schipper, mits hij
ook wat kreeg)— èn op de vertering bij de wisselplaats, waar
even pauze moest worden gehouden voor het uit- en inspannen
der paarden.
En dan het overstappen! W. O. H. Staring, die de trek
schuiten nog in hun nadagen had meegemaakt, heeft het
vooral op Leiden geladen. Bij de ene poort stapt men uit,
valies in de hand, jas en reisdeken over de arm, de kruier met
de koffers, en voort, de hele stad door, om de aansluitende
schuit aan het andere stadseinde te halen'en dat alles om aan
elke reiziger een kop koffie en een boterham te kunnen slijten!'
In Haarlem, Delft en elders was het trouwens evenzo. Haast
was er bij het werk; want al voeren de schuiten niet snel, ze
moesten zich wel aan de klok houden. De openbare klok in de
nabijheid nl.in Haarlem die op het Zijltorentje, in Leiden
die op de Marekerk.
In de requesten der veerschippers over hun belangen kan
men al van het eind der 17e eeuw af jeremiades over dalend