29
zoals vaak gebeurde, naar foto's. Hierin was ze, in letterlijke
zin, enig in haar soort.
Vroeg ik haar: 'waarom ga je niet weer met olieverf schil
deren', dan lachte ze en zei: 'ik heb geen kleur'.
Maar toch, na bloemstillevens in pastel, de techniek waarin
ze eerder, onder invloed van Jacob Ritsema, de broer van
Coba, Haarlemse hofjes schilderde, begon ze ermee. Ik her
inner mij een heel klein stilleventje 'de Boekjes'. Langzaam
aan werden haar stillevens groter en uitvoeriger, nooit èrg
groot. De twee, die het Frans Halsmuseum bezit: 'de Rode
Laarsjes', een geschenk van vrienden en vereerders toen ze
zestig werd, en 'het Rozenhoedje', kort geleden door het
museum verworven, behoren tot de grootste.
Haar stillevens met véél kleur! vielen in de smaak,
Elsa Woutersen heeft nooit behoord tot die schilders bij wie
de werken zich opstapelen. Aan een stilleven werkte ze lang
en zeer precies. Ze hield van mooie, liefst antieke, voorwerpen,
van rijke stoffen, die alle in haar werken terug te vinden
zijn. Nog later vroeg ze vriendinnen te poseren in de antieke
japonnen, die ze leende of bezat, en zo kwam ze tot haar
interieurs-met-figuur. Doch ook deze interieurs vatte ze op als
stillevens: ze schilderde ze om de compositie, de kleur, de
stofuitdrukking; de modellen waren daarin opgenomen, en
geen hoofdzaak.
De moderne kunst ging dan ook aan haar voorbij. Als iets
niet 'juist' was getekend, kon haar dat bepaald ergeren en in
haar critiek lag dan vaak spot. Ze had heel veel zin voor
humor en een grote levensaanvaarding. Zij was een hartelijke
collega en iemand die wij, die haar gekend hebben, niet licht
zullen vergeten.
Julia Giesberts