31
Hij was een beminnelijk en goedhartig mens, voor wie het
een straf was indien hij iemand moest berispen. Kwaad zijn op
of moeilijkheden maken met iemand was voor hem een buiten
gewoon onaangename aangelegenheid. Hij was een man van
de vrede, die conflicten bepaald niet opzocht. Het prettigste
voelde hij zich indien hij iemand iets kon geven, indien hij
iets voor iemand kon zijn.
Gezellig en vlot causeur met zin voor humor had hij een
grote schare van vrienden. Onder zijn collega's en in de kring
van het gemeentepersoneel was hij een geziene figuur. Geen
wonder dan ook dat hij, toen te Haarlem de vereniging van
hoofden van takken van gemeentelijke diensten werd op
gericht, de eerste voorzitter werd en dat vele jaren bleef.
Zijn grote belangstelling op sociaal-geneeskundig gebied
bracht hem vele functies, waarvan met het noemen van het
voorzitterschap van
de stichting moederschapszorg en kinderhygiëne m Noord
holland,
het Koningin Wilhelmina Fonds,
de stichting Schooltandverzorging,
de Ongevallendienst,
er slechts enkele van de belangrijkste opgesomd zijn.
Naast dit werk vond hij tijd voor enig wetenschappelijk
werk, waarvan zijn proefschrift in 1939, dat het vraagstuk van
de ziekenverpleging behandelt, het resultaat was.
In de herinnering van allen die hem kenden en die met hem
samenwerkten zal hij blijven voortleven als iemand, die het
goed met de mensen meende, die een warm hart had voor een
ieder die door ziekte of door andere oorzaken gehandicapt was,
als een humaan chef en een goed en sociaal voelend medicus.
Bij mij, die bij hem de eerste schreden zette op het pad der
sociale geneeskunde en die de laatste tijd zijn naaste mede
werker mocht zijn, zal hij blijven voortleven, niet alleen door
zijn hartelijk medeleven en medegevoel, zijn grote sociale
belangstelling in het wel en wee van de mens, zijn gave van
het woord en zijn gave om leiding te geven, door de ijver en
toewijding waarmee hij de taak die hem opgedragen was
volbracht of door zijn verknochtheid aan zijn gezin, aan zijn
vrouw en zijn twee dochters, die alles voor hem waren. In
mijn herinnering zal hij zeer in het bijzonder blijven voort
leven als de arts, die, zijn ziekte kennende, de progressiviteit