44
gebracht werd; hij maakte 't zich stellig veel te druk maar
geestelijk ging hij niet onder bij al zijn werken.
Zij'die hem van nabij kenden en wisten hoe zeer zijn dagen
gevu d waren, vreesden dat hij dit tempo en deze intensiteit
lichamelijk niet zou kunnen volhouden. Toen hij twee jaren
voor zijn dood ernstig ziek werd, heeft 't aan waarschuwingen
met ontbroken. De omvang van zijn werkzaamheden heeft
hy toen wel verminderd, doch zijn hevigheid van leven bleef
gehjk.
Hij bleef zichzelf weggeven. Zij die vermanend zeiden dat
het niet verantwoord was tegenover zijn gezin, dat hij in zo
sterke mate zich richtte op anderen, zij hadden 't wel bij het
rechte emd. Doch hun gelijk verbleekt tegenover de persoon
van Joop Ekering. Hij kon niet anders leven dan hij deed
zonder zichzelf ontrouw te worden. Heeft hij zelf wel bevroed
dat hem niet vele jaren beschoren waren en bleef hij juist
daarom zo gul wegschenken wat hij had te geven?
Zijn vrouw en kinderen hebben hem moeten delen met
velen buiten de gezinskring. Het moge hen met gerecht
vaardigde trots vervullen dat hij zijn grote gaven van hoofd
en hart aan zovelen heeft doen ten goede komen. En velen voor
wier belangen hij gestreden heeft met beleid en met humor
voor wie hij juridisch pleiter of pleitbezorger in ander opzicht
was, zij zijn hem dankbaar uit de grond van hun hart.
L. M. van Dis