52
Campen, die zijn roem vooral te danken heeft aan het Amster
damse stadhuis, thans paleis op de Dam, de hand gehad
hebben. Mogelijk heeft hij ook meegewerkt aan de meest
vooruitspringende voorbouw van het Haarlemse raadhuis,
welke circa 1630 werd verbouwd. Verder wordt gedacht, dat
Barteljorisstraat 12, eertijds 'De vergulde Brasem' geheten en
in de 19de eeuw bewoond door Dr. C. Ekama, de bekende
Haarlemse medicus en historieschrijver, van Van Campen zou
zijn. De afbeelding van de gevel, zoals die voorkomt in A. J. G.
van der Steur's Oude gebouwen in Haarlem (nr. 273), recht
vaardigt deze veronderstelling wel.
Houbraken vertelt verder, dat Jacob van Campen de
bouwmeester was van een huis in de Grote Houtstraat.
De gevel van het huis der heeren Guldewagen,
Daar boven op de plint Jachthonden 't Hart najagen.
Deze versregels zijn vermoedelijk ontleend aan de Doodsbazuin,
over welk gedicht Houbraken eerst gesproken heeft. Van der
Steur past deze dichtregels toe op het huis Grote Houtstraat
20, dat hij in 1907 in zijn werk 'Oude gebouwen in Haarlem'
beschrijft onder nr. 291. Hij haalt de bij Houbraken gedrukte
tekst aan uit een Kronyk van Haarlem uit de 18de eeuw, die
op het Gemeente-archief berust en op naam staat van zekere
A. Borst, hoewel men ook wel Pieter Langendijk voor de
schrijver ervan heeft gehouden. Van der Steur geeft tevens
een afbeelding van dit huis, zoals het zich dus nog in 1907
vertoonde, met pilasters op basementen, gesteund door con
soles, en met een kroonlijst. Plint en borstweringslijsten lopen
door; in de borstwering zijn twee stenen, waarop 'Anno' en
'1652' en daartussen een gevelsteen in hautrelief, voorstellende
een vluchtend hert in een bos (de jachthonden zijn onzicht
baar) Onder de ramen der tweede verdieping bevinden zich
vrucht- en bloemguirlandes.
In het Verpondingsregister van 1628 staat een huis aan de
westzijde van de Grote Houtstraat op naam van Cornelis
Dirksz. Guldewagen als eigenaar. In een transport van
20 november 1623 lezen wij, dat Adriaentgen Jansdr.,
weduwe van Jacob Jansz., een huis en erf in de Grote Hout
straat, genaamd de Vergulde Wagen, achter uitkomende in de
Koningstraat, overdraagt aan Cornelis Dirksz. voorƒ7600,
Reeds in een transport van 1583 (31 december) wordt het