60
tijd van dat gedeelte van de Grote Houtstraat. Het Jaarver
slag van de Vereeniging Haerlem over 1923/4 klaagt daarna
over het verdwijnen van de gevelsteen met het hert uit het
perceel Grote Houtstraat 20, waarbij de stenen 'Anno' en
'1652' hoger in de gevel werden geplaatst, bij de vernieuwing
van de onderpui, toen de firma Spruyt van Rietschoten
eigenares werd van de percelen Grote Houtstraat 20 en 22.
In het Jaarverslag over 1924/5 wordt vermeld, dat men toen
bezig was de gehele gevel af te breken. Pogingen van het
Rijksbureau voor de Monumentenzorg om dit te verhinderen
bleven zonder resultaat.
Uit dit alles blijkt duidelijk, hoezeer het nodig is, dat
wettelijke bepalingen de monumentenzorg komen versterken.
G. H. Kurtz
(1) F. Allan. Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, II, 650.
(2) S. Ampzing. Beschrijvinghe ende lof der stadt Haerlem, 412.
(3) Th. Schrevelius. Harlemias, uitg. 1754,364.
(4) A. van der Willigen. Les artistes de Harlem, 138.
(5) Gemeente-archief, Not. prot. 89, fol. 49, in Transportreg. G 9
fol. 268. Het register van wapenen en stamdelen der Haarlemse
vroedschappen van Scheltus van Kampferbeke noemt haar echter
Guurtje Laurensdr. Grauwert.
(6) Ibidem, Not. prot. 344, fol. 148.
(7) Allan, I, 421.
(8) Allan, IV, 589.
(9) Gemeente-archief, hs. 61, fol. 55.
(10) Ibidem, Not. prot. 222, fol. 203.
(11) In: Oud-Holland, 1902.