66
De onderhandse aanbesteding, waarmede grote sommen
waren gemoeid, leidde weldra tot allerlei verdrietelijkheden.
M. Sigmond en andere zich noemende aannemers van forti
ficaties, land rijs en andere werken' beklaagden zich ernstig bij
het landsbestuur en verlangden openbare aanbestedingen. In
April 1800 is daarover veel te doen geweest en uit de hierover ge
wisselde stukken komt duidelijk te voorschijn, dat de adressan
ten voor het onderhavige werk te laat waren en overigens, dat
Krayenhoff zich zeer misprijzend over hen uitliet: niet het
landsbelang maar eigenbelang zouden zij alleen op het oog
hebben gehad6. Dat omstreeks die tijd alle aardwerken reeds
voltooid waren er waren in Noordholland in totaal 56
fortificaties tot stand gebracht is op te maken uit de verdere
correspondentie van Krayenhoff met de Agent van Oorlog.
J mmers, de Overste deed in begin Mei van 1800 een voordracht
om te supercederen met het stellen van pallissaden, leggen van
beddingen, enz.'7.
Klaarblijkelijk is er toen toch nog voortgewerkt, aangezien
de officiële bronnen vermelden, dat er in totaal 25.000 eiken
palissaden, 20.000 voet gording en 3080 batterij planken ver
werkt zijn, zulks afgezien van de bouw van 4 kruitmagazijnen,
6 wachtloodsen en 12 kruitkelders. Krayenhoff rapporteerde
schriftelijk aan het Landsbestuur reeds in Juli, dat zijn werken
voltooid waren, terwijl hij tevens autorisatie verzocht om de
onderhoudsbestekken voor de Linie van Beverwijk te mogen
opstellen. Aan zijn verzoek werd voldaan8.
Toen het zover was, kwam het woord aan de luitenant-
generaal Herman Willem Daendels, die destijds in afwach
ting van een nieuwe vijandelijke actie bij voortduring zijn
hoofdkwartier in Noordholland gevestigd hield, n.l. in de stad
Alkmaar. Deze bekende patriot richtte zich op 8 September
1800 tot de Agent van Oorlog der Bataafse Republiek met een
memorie over de ganse zogenaamde '2e Linie van Monniken-
dam tot Wijk op Zee', die hij geïnspecteerd had9. Daarin begon
hij den hoogsten lof' toe te zwaaien aan Krayenhoff zowel
wegens het uitkiezen van het terrein voor de gedetacheerde
posten en linie van redouten als wegens de constructie dezer
werken, maar het geheel was niet zonder gebreken, vooral
niet bij Wijk aan Zee, waar plaatselijk 'groote defecten' be-
stonden. Die laatste bezwaren bestonden enerzijds uit de
ongelijkheid en oneffenheid van het duingebied en anderzijds