105
scheen de gezondheidstoestand te verbeteren. Zij was een
vriendelijke vrouw, die alles deed, wat mogelijk was, om
vrede te bewaren en te bevorderen. In stilte deed zij zeer veel
goed'11).
Hoezeer Warin getracht had Vaart-en-Duin ook aan de
westzijde een natuurlijke grens te verschaffen nl. de Brouwers
kolk, was noch hem noch zijn opvolgers dit tot nu toe gelukt.
Mejuffrouw Borski weet telkens bij gedeelten de gronden die
haar buiten nog van de Brouwerskolk scheidden, in huur te
verwerven. Op 31 october 1851 pacht zij van Willem van
Walré, boekhouder van de voormalige Corporatiën van
Neringen, Ambachten en Bedrijven te Haarlem 'een stukje
weiland gelegen langs de Nieuwe Brouwerskolk' voor tien jaar
tegen een jaarlijkse huurprijs van f. 14,Desverlangd mag
zij dit stuk met bomen doen beplanten. In de zestiger jaren
huurt mejuffrouw Borski een gedeelte bos en duin achter bij
de Brouwerskolk voor f. 25,— per jaar. Hierop wordt enkele
jaren later het z.g. Jagershuisje gebouwd, nu bekend als
theeschenkerij "t Kolkje'. Hier kwamen op mooie dagen
Haarlemse huismoeders met talrijk kroost. Wilden ze thee
zetten, dan bracht de pachter en bewoner van het huisje tegen
een uiterst geringe vergoeding een theestoof en een ketel met
heet water.
In 1861 wordt op Vaart-en-Duin een tuinbaaswoning gezet.
Een in de voorgevel daarvan aangebrachte steen vermeldt:
M. S. A. Borski
25 Juny 1861
Eindelijk, in 1862, doet mejuffrouw Borski een poging haar
huurgronden in eigendom te krijgen. Haar verzoek werd
echter afgewezen met de motivering, 'dat de verkoop dezer
gronden (door de gemeente Haarlem) geenzins in het belang
der gemeente is te achten, ja zelfs de versnippering der aan-
hoorigheden van de Brouwerskolk volstrekt nadelig is te
achten'. Al spoedig bleek de werkelijke reden: Haarlem koes
terde nl. in die tijd plannen tot het stichten van een water
leidingbedrijf bij de Brouwerskolk. Drie jaar tevoren had de