35 pijnlijke geschiedenis, die echter zijn eerlijkheid en karakter vastheid duidelijk doet uitkomen. Intussen had hij in 1929 in de Proven9aalse stadjes Arles en St. Rémy met medewerking van Franse vrienden van Van Gogh kleine musea gesticht, aan welke hij o.a. 270 reproduc ties schonk van de daar door Vincent in zijn laatste levens jaren gemaakte werken. Ook arrangeerde hij vele belangrijke tentoonstellingen van diens werk in binnen- en buitenland. Tenslotte liet hij een volledig manuscript na voor zijn definitieve 'Catalogue raisonné van alle werken die het ontroerende genie, die Vincent was, aan de mensheid heeft nagelaten. Dit manu script is thans in handen van een uitgever. Als letterkundige heeft De la Faille, die reeds vroeg be gonnen was journalistiek werk te verrichten, o.a. als correspon dent van 'De Telegraaf' en van het 'Algemeen Handelsblad' geregeld artikelen geschreven in Nederlandse, Franse en Engelse tijdschriften, o.a. belletristische arbeid in 'De Nieuwe Gids', 'Nederland' enz. Tot deze categorie behoren ook zijn doorwrochte lezingen die hij over Nederland hield in België, Frankrijk en Tsjecho- slowakije, en later de in de Verenigde Staten beroemd ge worden lezingen over Vincent van Gogh, waartoe hij na 1948 tot vijfmaal toe werd uitgenodigd door de belangrijkste Amerikaanse Musea. Als bewonderaar van de dichterlijke meesterwerken van Frederik van Eeden was hij van de oprichting af vice- voorzitter van het Van Eeden-genootschap. In het periodiek et Fransche boek' behandelde hij kunstgeschiedenis, ethno- logie en soms een roman. Voorts was hij gedurende de laatste zes jaren voordat deze landen in de chaos van de tweede wereldoorlog werden betrokken, door hun vertegenwoordigers te s-Gravenhage belast met het maken van culturele propa ganda voor Tsj echoslowakije en Yoegoslavië. In deze landen had hij op zijn reizen veel persoonlijke en culturele banden aangeknoopt. Het toerisme naar die landen werd bevorderd door lezingen, die hij in Nederland hield voor het Kon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 51