39
Daarvoor moest hij wegens vervulling van de militaire dienst
plicht bedanken.
In 1920 werd hij secretaris van de scheidsrechterscommissie
van de Haarlemse Voetbalbond, in 1921 werd hij secretaris
penningmeester van de Haarlemse Voetbalbond, in 1928
verwisselde hij deze functie voor die van vice-voorzitter en
in 1929 werd hij benoemd tot voorzitter. Deze functie heeft
hij tot zijn dood toe vervuld. Ook bij de Haarlemse Voet
balbond was hij ridder.
Verder maakte hij deel uit van de scheidsrechterscommissie
van de K.N.V.B. Lange jaren was hij lid van de bondsver
gadering.
Van de Haarlemse Sportraad, die op 10 december 1952
werd opgericht, werd hij op 7 januari 1953 benoemd tot
vice-voorzitter.
Op 1 april 1953 werd hij benoemd tot secretaris-penning
meester van het bureau Medische Sportkeuring, van 1
januari 1954 af was hij voorzitter van het Sportweek
Comité.
Voorts werd hij op 1 januari 1954 benoemd tot vertrou
wensman van vele sportbonden, alsmede van het Gemeente
bestuur van Haarlem wat de sportterreinen betreft.
In subcommissies van de Sportraad verrichtte hij ook bij
zonder nuttig werk. Hij was onder meer van 7 januari
1953 af voorzitter van de Commissie toezicht en verdeling
van terreinen en voorzitter van de Commissie toezicht en
verdeling gymnastiekzalen.
Al deze functies heeft hij tot zijn dood toe bekleed.
L. Brunt