verleden, met in hun wapen de Franse lelie, in de tijd van
koning Hendrik IV verkregen, dan is het aanzoek van de zoon
der Hugenoten aan de dochter der Doopsgezinden, aan de doch
ter van Catharina de Haan, aan de achterkleindochter van
Wijna Leeuw, dan is het schenken van haar hand door deze
Amsterdamse Mennistenjoffer, met degelijke principes en veel
temperament, aan de veelbelovende opportunist van goeden
huize een merkwaardige gebeurtenis, maar toch ook een teken
des tijds, een teken van veranderde tijden. Het 'ancien régime'
(Appie) is patriottisch (Ampie) geworden.
Temperament heeft Appie ook, maar op een andere manier
dan Ampie. Hij is de laatste der Crommelins, die op de Fran
sen lijkt. Zie zijn jeugdportret, aan Hodges toegeschreven*
dan hebt ge voor u een figuur uit de Franse revolutie, een
Danton in het fatsoenlijke.
Het gelijktijdig gemaakte konterfeitsel van zijn echtgenote
vertelt ons minder; toch heeft ook zij de dédaigneuze glim
lach, waarmee de Franse aristocraten het schavot bestijgen,
maar dit kan natuurlijk een mode-effect zijn, dat voor rekening
komt van de portrettist. We nemen aan, dat Ampie een 'baas'
was. Haar kinderen en kleinkinderen waren bang voor haar.
Een lieve vrouw is ze niet. Wel een begaafde vrouw en
zeer zeker de geschikte vrouw voor Appie, want ze is meer ge
lijkmatig dan hij. In de ups and downs van zijn carrière is zij
het stabiele element. Zij steunt hem. Bij alles wat er gebeurt,
is hij altijd nummer één bij haar en zij nummer één bij hem.
Ook daarom worden ze in één adem 'Appie en Ampie' ge
noemd. Mocht zijn imaginatieve geest hem verleiden tot
risico's, zij is daar, om hem te remmen en hem met kracht van
argumenten te wijzen op de keerzijde van het geval. Dat gaat
haar goed af, want ze weet veel en ze weet wat ze wil. Ze is een
persoonlijkheid en ze heeft élan, wat opmerkelijk is, gegeven
de doopsgezinde schuchterheid, die haar eveneens kenmerkt.
Maar tonen de doopsgezinden niet juist dikwijls een combi
natie van godsdienstige ingetogenheid, hartstocht en materiële
belangstelling? En leeft zij niet in een tijd, waarin die doops
gezinden ook wereldse allures beginnen te krijgen
53