64 hij nog meester in de rechten, maar het intellectuele van de vader komt op de achtergrond. Hij is mede-oprichter van de 'Sociëteit ter bevordering der veredeling van het paardenras in het Koninkrijk der Neder landen' en bestuurslid van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Deze 'sociëteit' sticht een renbaan in het Zand- voorts duin (van de Barnaarts) en op de eerste wedrennen al daar (6 en 7 September 1844) wint het paard van Aarnoud Hendrik, genaamd 'Pomaré', prijzen, door koning Willem II, die met twee van zijn zoons de courses bijwoont, uitgeloofd. De eigenaar staat zelf aan de ingang om de entrees te incas seren. Hij is dan in zijn volle kracht en in zijn element. Later denkt hij veel aan zijn dood en laat tot twee keer toe, bij wijze van voorzorg, een doodkist voor zichzelf maken, wanneer daarvoor een oude eik op Berkenrode beschikbaar komt. De eerste kist is vermolmd, lang voordat de 'oude eik' (in mensengedaante) overlijdt. Zij staat op zijn kleedkamer, dient als bewaarplaats van appelen en de jongens spelen er verstoppertje in. Natuurlijk krijgt ook hij de 'gouden hoorn'. Hij is achtenvijftig jaar lid van St. Hubert, hetgeen een record zou zijn, indien niet een andere Crommelin het zesenzestig jaar had uitgehouden! Tekenend voor Aarnouds eenvoud en goedhartigheid is, dat hij, wanneer hij in zijn 'panier' uit Zandvoort terugrijdt, de vrouwen meeneemt, die op rappe (blote) voeten de vis naar Haarlem brengen. Het is meermalen een wagentje vol. Deze Aarnoud doet een huwelijk buiten de familiesfeer, zoals ik die heb beschreven, echter niet buiten de sfeer van landbouw en veeteelt, die hij op Berkenrode en, na de droog legging van de Haarlemmermeer, op de Gruquius-boerderij bedrijft. Hij trouwt de kokette Elisabeth van Pallandt van Ter Leede bij Sassenheim, in een landelijke sfeer opgegroeid. Zij schenkt hem vier kinderen, waarover later.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 90