65
Over haar vader schrijft de heer J. Bijleveld in 1949:
'Voor zijne gemeente heeft baron Van Pallandt zich ver
dienstelijk gemaakt, voor talloos velen eene vraagbaak
in alles wat landbouw en veeteelt betrof; voor zijn gewest,
als lid der provinciale en gedeputeerde staten. Zeer veel
deed hij ook zelf voor de bevordering van de landbouw,
kocht nieuw fokvee aan en was bekend om zijne uit
Engeland ingevoerde roode varkens met zwart bevlekt.
De boeren stonden daar natuurlijk eerst zeer onwennig
tegenover, doch alras had men de goede eigenschappen
van dat nieuwe ras ontdekt en inmiddels had 'mijnheer
van Ter Leede' er zulke groote getallen van doen aan-
fokken, dat hij niet alleen de vraag kon beantwoorden,
doch zelfs zijne leveranciers in Leiden in levende varkens
betaalde. Het moet een vreemd gezicht geweest zijn, als
de Sassenheimer beurtman met zijn vrachtje zwijnen
behanger, meubelmaker, of wien dan ook verraste in
Januarimaand met een: compliment van meneer van
Ter Leede. Eén hunner heeft mij meermalen gezegd:
'En je kwam er waarachtig niet te kort aan, mijnheer en
de spekslagers vochten erom, wie ze je mocht afnemen'.
Het is al zoo lang geleden, maar nog klinkt in mijne ooren
het zoo vaak gehoorde: 'Toch zonde, dat u meneer van
Ter Leede niet heeft gekend. Dat was pas een heer, zoo
als er maar weinig waren'. Innerlijk en uiterlijk moet hij
zoo innemend zijn geweest, prijkend in hoogen ouder
dom met zijn prachtig, dik hoofdhaar. Zoo lang zij leefde
(tot 1852) mocht slechts zijn oudste dochter, mevrouw
Van Wickevoort Crommelin van Berkenrode, dat knip
pen'.
Of zij daarvoor naar Ter Leede gaat of hij naar Berkenrode,
meldt de historie niet. Misschien rijdt zij wel naar Sassenheim
met voor haar koets het beroemde paard 'Coco', wiens graf de
wandelaar op Berkenrode tot op de huidige dag niet voorbij
gaat zonder het vers te lezen, dat 'IJzeren Lrits' op het trouwe
dier gemaakt heeft. Ik schrijf het voor u over: