I 116 filiaal van de Goudse drukkerij van Gerard Leeu, van wie hij een der lettertypen gebruikte, terwijl verschillende houtsne den in beider bezit voorkomen. Deze houtsneden zijn het werk van de z.g.n. 'Meester van Bellaert', die ook enkele schilderijen heeft vervaardigd, o.a. het Haarlemse stadsge zicht, waarop men het Haarlemse raadhuis heeft herkend 7. Hetzij dat Jacob van Zierikzee, zoals hij ook wel genoemd wordt8, zijn naam aan het huis in de Kruisstraat ontleende, hetzij dat hij zijn toenaam aan dit huis heeft gegeven, een feit is, dat wij later een huis in de Kruisstraat aantreffen, zij het ook na ruim een halve eeuw, dat de naam 'de Bellaert' draagt. Immers in het kohier van de Tiende penning van 1543, aan wezig op het Algemeen Rijksarchief, wordt te Haarlem in het hoomanscap (hoofdmanschap) van de Cruysstraet' aange troffen 'de huysinge van den Bellaert' en op 6 mei 1553 vestigt Meynaert Ghijsbrechtsz. in den Bellaert een hypotheek van 90 Kar.gld. op zijn huis en erf in de Kruisstraat, genaamd 'de Bellaert', waarvan de belendingen zijn Pieter Dielofszoons- Weduwe aan de ene zijde (ook als eigenares van het huis naast 'de Bellaert' genoemd in het kohier van de Tiende penning), Mr. Claes Jansz. BARBYERaan de andere zijde, achter strek kende aan Claes van der Laen Gerrytsz. 9. Het is deze Claes van der Laen Gerrytsz., die in oktober 1559 het huis 'de Bellaert' met erf, steeg en poort daarbezijden in de Kruisstraat koopt voor 750 Kar.gld. van Allaert Willemsz. volgens een transportbrief10, waarin als belenden de eigenaars voorkomen Mr. Claes Jansz. Barbyer en Alijt Reyersdr. Pieter Dielofszoonsweduwe en achter Claes van der Laen, de koper, zelf. In de geschiedenis der stad Haarlem is Nicolaas Gerritsz. van der Laen, de nieuwe eigenaar van 'de Bellaert', een be kende figuur. Wij kennen hem als één van de vier burge- meesteren der stad tijdens het beleg door de Spanjaarden in 1572 en 1573, welk ambt hij, nadat hij in 1557 schepen en in 1558 lid van de vroedschap was geworden, ook vóór de be legering reeds gedurende twee zittingsperioden had bekleed (1560 '62, 1564'66). Gedurende het beleg trad hij als pre-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1961 | | pagina 118