119 Gerrit Cornelisz., chirurgijn voor 600 Kar. gld. een stuk erf met 'getimmerte' daarop staande koopt, gelegen achter het huis van de verkoper in de Kruisstraat, dat blijkens de belen dingen ten zuiden van dat van Cornelis Coper is gelegen. In deze akte wordt Cornelis Coper ook 'waert in den Bellaert' genoemd. Hij heeft dus de herberg aangehouden en zal het 'getimmerte' op het erf aan de achterzijde, waarop ver moedelijk de poort bezijden het huis uitliep, wel gebruikt of verbouwd hebben tot koetshuis en stal, maar de koopsom bleef hij aanvankelijk schuldig aan de verkoper, al heeft hij op 15 april 1596 18 op zich genomen de aflossing van deze hy potheek van drie op zes jaar te brengen. De herberg schijnt echter niet zozeer te floreren, want zijn weduwe, Aefgen Cornelisdr. Duycx, belast het huis 'de Bellaert' op 8 december 1603 weer met twee hypotheken, respectievelijk groot 1000 en 300 Kar. gld.19. En wanneer zij op 11 maart 1609 de huizinge, van ouds genaamd 'de Bel laert', met erf en vrije poort en uitgang, aan haar zwager Cornelis Gerritsz. Quaeckel verkoopt20, is deze nog be last met twee hypotheken van 800 en 300 Kar. gld.de verdere lasten zal de verkoopster afdoen. Zij ontvangt voor de ver koop 4400 Kar. gld. De nieuwe eigenaar, Cornelis Gerritsz. Quaeckel, was gehuwd met een zuster van Aefgen Cornelisdr. Duycx, want op 16 augustus 1587 staan in het Hervormde trouwboek ingeschreven Cornelis Gerritsz. j.m. van Haarlem, en Trijn Cornelisdr. Duck, j.d. van Haarlem. In de Verpon dingskohieren van 1628 en 1650 staat inderdaad een huis aan de oostzijde van de Kruisstraat op naam van Cornelis Quakel. Ook komt zijn naam voor in verschillende notariële akten. Zo blijkt uit dergelijke akten van 11 maart 1627 21 en 23 januari 1630 22, dat hij huurder was van zekere landerijen bij het Huis ter Kleef, die eigendom waren van de heer van Brederode. De rentmeester van Brederode laat hem en Joffr. Machteld van Leeuwen, weduwe van Remeus Coussaert, in 1630 insinueren, dat zij niet de huurcedule van 31 december 1612 nakomen, daar zij in gebreke zijn gebleven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1961 | | pagina 121