125
toen Grote Krocht), en is dus tegenwoordig het eerste huis in
de Smedestraat, door een gang of poort, waarin Jan de
Bruyn waterlozing had, gescheiden van C 774 (het latere
Kruisstraat 51). Beide huizen zijn later 'gedevolveerd' op
Mr. Pieter Vermeulen, zoon en erfgenaam van Jacobus
Vermeulen, waarvan op 15 september 1806 aantekening
wordt gedaan ingevolge de ordonnantie op het middel van
het klein zegel 40.
Jacobus Vermeulen, die op 28 november 1694 Hervormd
werd gedoopt als zoon van Lodewijk Vermeulen en Maria
Denijssen, was in 1717 gehuwd met Catharina Dousse of
Doesen van Zoetermeer, uit welk huwelijk bovengenoemde
Pieter in 1732 was geboren (gedoopt 6 februari). Jacobus'
vader, Lodewijk Vermeulen uit Amsterdam was te Haarlem
brouwer geweest in 'de Pelikaan' aan de zuidzijde van de
Raaks 41JacoBUS zelf was een groot koopman, wiens naam
herhaaldelijk in notariële protocollen wordt genoemd bij ver
schillende financiële transakties, maar in de magistratuur van
Haarlem is hij nooit gekomen. Alleen komt hij in 1748 voor
als kapitein van de Kloveniersdoelen. In het Kohier van per
sonele lasten van 17401745 staat hij vermeld als gevestigd
op Kruisstraat C 773. Hij wordt echter op 13 augustus 1767
in de Grote Kerk begraven vanuit een huis op de Grote
Markt. Blijkbaar had hij dus het huis in de Kruisstraat ont
ruimd voor zijn zoon Pieter, die op 7/21 september 1755 uit
dit huis trouwde met Jkvr. Johanna Dorothea van den
Broek, wonende te Amsterdam. Op 12/16 oktober 1766 her
trouwt Mr. PiETER Vermeulen als weduwnaar met Jkvr.
Elisabeth Schoock uit Dordrecht.
Mr. Pieter Vermeulen was onder de Haarlemse regenten
een man van aanzien geworden. Begonnen in 1758 als Com
missaris van de Kleine Bank van Justitie, de gewone spring
plank voor een aankomend regent, vervulde hij van 1759
1763 het ambt van stadssecretaris, om in laatstgenoemd jaar
zijn intrede in de Vroedschap te doen, waarin hij in 1788 door
de Stadhouder, prins Willem V, na de patriottische troebe
len, werd bevestigd. Schepen was hij verscheidene malen