132
mitsgaders het kleine huis 'daartoe specterende', benevens
alle behangselen en glasgordijnen in het grote huis, van wat
stoffen die ook mogen zijn, alsmede alle schilderijen aan de
zolder van de grote zaal, gelijk mede de stoelen en het tafel
kleed aldaar zijnde, de beelden in de nissen in het voorhuis en
de gang, de beelden, pedestallen' en potten in de tuin alsook
de schilderingen in de prielen. De verkoper zal het huis aldus
binnen vijf jaar opleveren, mits de koper alsdan de gehele
koopsom, groot 30.000 Kar. gld. met alle verdere onkosten
zal hebben voldaan 66.
De nieuwe eigenaar, Mr. Mattheus Steyn, behoorde tot
een Haarlems regentengeslacht (zijn vader was Hugo Steyn,
vroedschap en secretaris van Haarlem) en heeft zelf vele aan
zienlijke ambten bekleed. Hij werd vroedschap in 1642, vele
malen schepen tussen 1645 en 1654 en was ook ettelijke malen
burgemeester tussen 1653 en 1677. In het jaar 1652 was hij
lid van Gecommitteerde Raden en ontvanger der gemenelands-
middelen en in 1677 zien wij hem benoemd tot Bewindhebber
van de Westindische Compagnie. Hij was 4 februari 1642 ge
huwd met Maria van Napels en overleed op 27 februari
1680. Zijn weduwe leefde nog tot 1692. Met hun nalatenschap
hebben zich echter moeilijkheden voorgedaan, althans deze
werd bij akte van Schepenen van 30 juni 1695 gesteld onder
sequester en de curator kreeg opdracht om alle goederen te
gelde te maken. Deze, Mr. Remees Floris van Sanen, ver
kocht op 3 maart 1696 6' het kleine huis aan Adriaen van
Gellinkhuysen voor 1395 Kar. gld., op voorwaarde dat de
schutdeur, die de kelder van dit huis afscheidde van het kabi
net van het grote huis, op vermaan van één van beide eige
naars zou moeten worden toegemaakt. Op 14 november d.a.v.
werd aan de zoon van de erflaters, Mr. Johan Steyn, voor
15250 pnd. het grote huis overgedragen, beschreven als een
huis, erf en tuin, koetshuis en paardenstal in het beste van de
Kruisstraat. Ook in deze akte is de voorwaarde over de schut
deur opgenomen. In de overdracht zijn begrepen alle kamer
behangsels, als goudleer in de 'zijdcamer', lakenbehangsel in
de grote zaal, goudleer in de eetzaal, behangsel op de boven-