VROUWE- EN ANTONIE GASTHUYS
Successeur op het Klein Heiligland van het Bogaerts,
Coymans', Kolders, Teylers hofje
Door de thans in gang zijnde conserverende restauratie van
het Vrouwe- en Antonie Gasthuys is dit bescheiden hofje kort
geleden in de publieke belangstelling gekomen. Zo heeft bijv.
een verslaggever voor de Nieuwe Haarlemsche Courant daar
over een met foto's verluchte reportage geschreven, welke 14
januari 1961 gepubliceerd werd.
De restauratie van dit in benarde financiële omstandighe
den verkerende hofje werd mogelijk gemaakt door subsidies
van Rijk, Provincie en Gemeente, alsmede door een renteloos
voorschot der Gemeente. Bovendien werd een zeer ge
waardeerde bijdrage ontvangen van het Prins Bernhard
Fonds. De restauratie wordt uitgevoerd onder toezicht van
het Bedrijf Openbare Werken (afdeling Monumentenzorg)
onzer stad.
Over de voorgeschiedenis der gebouwen, een voornaam
hoofdgebouw en twee, ter weerszijden aan de voorkant aan
gebouwde lage zijvleugels van ieder 3 woningen, is reeds een
en ander geschreven. Vooral J. Craandijk heeft zich in de
historie verdiept blijkens zijn verhandeling in „Aanvullingen
en verbeteringen" uit 1910 op zijn in 1904 verschenen ,,De
Haarlemsche Hofjes". Hij ging vooral in op de geschiedenis
van het Coymans' en van het Teylers Hofje, die aldaar ge
vestigd waren alvorens het Vrouwe- en Antonie Gasthuys het
huizen-complex met tuin van de Executeuren van Teylers
erfenis ten geschenke kreeg. Toch is Craandijks inzicht in de
ontwikkeling der bebouwing niet duidelijk, en hij komt tot
de conclusie, dat zijn reconstructie, hoewel dan de juiste,
toch ongerijmd is.
Evenwel verschaft hij zelf gegevens, die een beter inzicht
mogelijk maken in de ontwikkeling van het Hofje. In de vol
gende beschouwing zullen wij gebruik maken van die ge-