GEVOLGEN VAN EEN VUURWERK
OP ELSWOUT
Als eind november 1794 Mr. Jacob Boreel, de laatste
eigenaar van Elswout uit de rij der regenten ten tijde van de
Republiek, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam is begraven,
en zijn beide kinderen besloten hebben het vaderlijk grond
bezit voorlopig onverdeeld te laten, betekent dit dat Elswout
zoals een eeuw tevoren was geschied onder de laatste
bezitter uit het geslacht Van Marselis in de dan aanbre
kende jaren door gebrek aan belangstelling en toegewijde
zorg in een staat van verval geraakt. Paulina Adriana
Boreel resideerde 's zomers met Mr. Willem Rendorp, haar
echtgenoot, op het Huis Marquette onder Heemskerk. Jacob
Boreel, gehuwd met Maria Johanna de Lemos, Minister-
Resident aan het Hof der Beide Siciliën, verbleef ambtshalve
bijna steeds in het buitenland.
Des te merkwaardiger is het, dat ondanks de staat van
verval en de afwezigheid van permanente bewoning, in de
late avond van 24 augustus 1802 op Elswout een groot vuur
werk werd afgestoken. Ter viering van welk feit dit plaats
vond is niet kunnen blijken. Uiteraard was deze feestelijke
gebeurtenis slechts bestemd voor een kleine kring van geno
digden, doch doordat de beplanting der buitenplaats, als
gevolg van de aanleg in landschapsstijl door de tuinarchi
tect J. G. Michael in het laatste kwart der 18de eeuw, nog
niet tot volle wasdom was gekomen, kon men van het hoge
duin achter Kraantje-Lek, zij het op een respectabele afstand,
het fascinerend schouwspel gadeslaan. Bij Kraantje-Lek
bevond zich dan ook in het late avonduur een grote mensen
menigte, waaronder „eenige tuyndersknegts en andere per
sonen, met knuppels gewapend". Een van de tuindersknechts
was de 26 jaar oude Leendert Smits, geboortig uit Heel bij
Maastricht. Vóór zijn optreden als agrariër in Overveen, was
hij een aantal jaren ruiter geweest in dienst van de Bataafse