AANVULLING OVER
DE HAARLEMSE PAKKERS
Naai aanleiding van mijn artikel „Achter een oude gevel
steen in het vorige Jaarboek (1960) maakte mevrouw Dr.
S. C. Regtdoorzee Greup-Roldanus mij opmerkzaam op
een lijstje van 10 september 1604 in de Burgemeestersreso-
lutiën, noemende personen, die te Haarlem „packen voor
geitals laatste wordt daarop vermeld Mary Vogels
wonende in de Schagchelstraat, de enige trouwens in die
straat. De gevolgtrekking ligt voor de hand, dat het in mijn
artikel behandelde huis met de gevelsteen in deze straat toen
al een pakkerij en het woonhuis van Mary Vogels was en
dat óf zij naar de vogel in de gevelsteen is genoemd óf de
vogel in de gevelsteen zijn ontstaan aan haar naam heeft te
danken.
In de Schepentrouwboeken komt omstreeks die tijd twee
maal een Maiken de Vogel voor, nl. op 20 januari 1591 als
jongedochter van Cortrijcke, huwende met Carel Pil,
jongeman van Mechelen, en op 18 januari 1594 als jonge-
dochtei van Isegem, huwende Jan Heymans, jongeman van
Haarlem.
Ook vestigde mevrouw Greup mijn aandacht op de ver
melding van de naam van Anthony Charles, damast- en
lijnwaadpakker in de Schagchelstraat, in een burgemeesters-
lesolutie van 11 oktober 1765, waarbij een request werd afge
wezen van Maria van Wijk, weduwe van Salomom Crul,
de buurvrouw van deze Charles. In het request, dat is op
genomen onder de Ingekomen stukken, beklaagt zij zich
over het lawaai en de hinder van het bedrijf van haar buur
man „in een besloten kamertje van een klijn bestek in zijn
woonhuis", terwijl „notoirlijk" is, dat „de pakkerije van lij-
waaten en bonten om de kracht en 't geweld, waarmede
hetzelve moet geschieden" een werk is, dat alleen in een
pakhuis kan en behoort plaats te vinden, zoals dat ook ge-