22 in de praktijk van het leven. En wel als een werkzaam plichts getrouw mens, rustig en evenwichtig, bedachtzaam en over wogen, serieus in alles, daarbij opgewekt, goedsmoeds. Hij ging zich niet te buiten aan 'n onnodige woordenvloed of aan emotionele uitingen, mengde zich niet in kwesties of ambiti euze zaken. Hij ging eenvoudig en rustig zijn weg en hield zich aan zijn taak. Hij wist van volharden. Of de wind vóór of tegen was, onder zijn leiding werd doorgevaren. Hij was standvastig en be trouwbaar. Zei duidelijk hoe hij de zaken zag en wat hij meende, dat gebeuren moest. Verloor zich niet in beschou wingen, noch minder in twijfelingen, maar ging en bleef aan het werk kalm en doorzettend, in samenwerking of alleen. Zijn hele figuur en bewegingen vertoonden een zekere stijl. Het ging in een bepaald tempo en op een bepaalde manier. Hij bleef zich zelf en eigenlijk steeds dezelfde. Zijn leven ver toont eenzelfde duidelijke lijn. Hij was zakelijk in zijn functie, maar in 't gewone leven volop menselijk, soms wat effen (er zijn zorgen genoeg), maar doorgaans opgeruimd en vrien delijk in blik en houding. Meer beheerst van aard dan uitge laten. Geneigd om verstand en hart beide te laten spreken. Dit bracht warmte. Ook zijn lach en glimlach hadden iets warms. Op tweeërlei terrein bewoog hij zich in hoofdzaak: op dat van de kerk in haar hulpbetoon en toenemende maat schappelijke zorg en op dat van het dienstbetoon in het bur gerlijk leven. Beide gegrond in het godsdienstige: de roeping, de van God gegeven taak, het oefenen van barmhartigheid (wat etymo logisch reeds heenwijst naar het „brandende hart"). De heer Nel was een godsdienstig man, niet met vele woorden, maar gericht op de praktijk. Zijn leven was in ruime mate dienstbetoon, in de eerste plaats op het terrein der kerk. Daar lag zijn hoofdfunctie: administrateur van de HervormdeDiaconie. Dit deed hem volop delen in de zorg voor de hulpbehoevenden, de maatschappe lijk zwakken, de bejaarden en de zieken. Het concrete terrein

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1961 | | pagina 24