68
toe bewogen hem te vergunnen zijn zelfportret juist in dit jaar
in het officiële schuttersstuk op te nemen. Hiermede zou tevens
verklaard worden waarom hij wel op dit schilderij en niet op
één of meer der vier overige schuttersstukken van zijn hand
voorkomt.
Alvorens nu het schilderij verder te bespreken lijkt het ge
wenst eerst op te geven wie in het tijdvak 1636'39 als offi
cieren van de St. Jorisdoelen zitting hadden, daarna hen
zonodig met behulp van oude beschrijvingen op het schil
derij aan te wijzen, om ten slotte de overgebleven vraag
punten te bespreken.
Het „Naamregister van de Heeren van de Regeering der
Stad Haarlem" (1733) vermeldt voor het einde van de periode
1636—'39:
Kolonel: Johan van Loo.
Fiscaal: Michiel de Waal.
Kapiteins: Quirijn Jansz. Damast, Florens van der
Hoeff, Nicolaas Arisz. Grauwert.
Luitenants: Nicolaas Olycan, Hendrik Pot, Francois
Wouters.
Vaandrigs: (in handschrift bijgevoegd) Diderik Dicx,
Lambert Wouters, Pieter Schout.
De oude handschriften vermelden:
1. Lambert Wouters, vaandrig, oranje;
3. Johan Glaesz. Loo, kolonel;
5. Michiel de Waal, fiscaal;
7. Florens van der Hoeff, kapitein, oranje;
8. Nicolaas Arisz. Grauwert, kapitein, wit;
10. Quirijn Jansz. Damast, kapitein, blauw;
11. Diderik Dicx, vaandrig, blauw;
12. Pieter Schout, vaandrig, wit.
Deze identificatie klopt geheel met de in de aanvang van
deze studie beredeneerde plaatsing van de figuren op de
voorgrond en de namen corresponderen met die van de
functionarissen, welke het Naamregister geeft.
De vier personen, die op de begane grond iets achter de an
deren staan, worden als volgt aangegeven: