71
omdat alle officieren op Coning en één andere na reeds op an
dere schuttersstukken voorkomen. Mogelijk heeft Cornelis
Coning nog enkele weken de dienst bij de St. Jorisdoelen voor
de begin april 1639 overleden luitenant Olycan waargeno
men, maar waarschijnlijker lijkt mij dat hij, wetende dat de
Cluveniers in 1639 niet geschilderd zouden worden, gevraagd
heeft om mee te mogen poseren op het schilderij van zijn wa
penbroeders van de St. Jorisdoelen. Deze opvatting vindt
steun in het volgende.
Op de achtergrond zien wij als no. 15 een vaandrig die in de
oude manuscripten wordt aangeduid als Mr. Jacob Druyve-
steyn. Vóór noch na 1639 was hij vaandrig bij de St. Joris
doelen. Ongetwijfeld was hij sedert 1636 in deze functie aan
de Cluveniersdoelen verbonden, wat evenwel niet is te con
troleren daar de namen der vaandrigs van deze schutterij voor
het tijdperk 1636'51 niet op de lijsten zijn ingevuld. Evenals
Cornelis Coning zal hij verzocht hebben op het schilderij
van de St. Jorisdoelen in 1639 afgebeeld te mogen worden, te
eerder omdat hij wist dat dit niet alleen de eerste maar ook
de laatste keer zou zijn dat hij in het fraaie vaandrigsuniform
geschilderd kon worden. Op 5 juli 1639 is hij immers gehuwd
met Wilhelmina Coymans. Dat betekende het onherroepelijk
einde van het door de Haarlemse „jeunesse dorée" zo begeerde
vaandrigschap, daar een vaandrig ongehuwd diende te zijn.
Over de vijf nog niet behandelde sergeants is aan de hand
van de oude opgaven het volgende op te merken. De nos 2 en
17 zijn resp. Gabriel Loreyn en Nicolaes van Loo. De
laatste is de zoon van de kolonel op dit stuk. De sergeant no. 9
wordt aangegeven als Lucas van Tetterode en volgens een
ander manuscript als een zekere Francijn. Wie no. 13 is staat
evenmin vast. Het zou Pieter de Jong zijn, doch een andere
lezing geeft Mr. Johan van Wallenburg en een derde ma
nuscript noemt hem een van Brienen. Daar het archief van
de St. Jorisdoelen uit die tijd niet bewaard is, kan ik deze beide
sergeants niet behoorlijk identificeren. De laatste sergeant
(no. 18) is volgens alle opgaven een van der Schalcken. De
voornamen worden opgegeven resp. als Cornelis Symonsz.,