85
afwijkende trant geschilderde mannenkoppen van het schil
derij komen op de tekening niet voor. Bovendien werd, bij deze
dus nu bewezen 'toevoeging', tevens de gehele achtergrond
van het tafereel gewijzigd, waarbij een tweede discipel (ge
heel links bovenaan op de tekening) werd overschilderd.
Waarschijnlijk is deze totale 'omwerking' van het schilderij
de oorzaak van het feit dat dit thans geen signatuur van De
Bray meer vertoont; op de tekening kan men echter, links
boven het hoofd van Emmerentia van der Laen duidelijk
de oorspronkelijke handtekening herkennen, met daaronder
het jaartal 1663. Bovendien blijkt ten slotte het schilderij te
vens aan de bovenzijde niet onbelangrijk te zijn ingekort,
zodat ik zou willen stellen, dat de thans aanwezige oude lijst
met spreuken en wapens uit die periode stamt en dus iets
jonger is dan het oorspronkelijke schilderij.
Indien het mij vergund is hier tot slot nog een gewaagde
suggestie te geven ten aanzien van de vier bijgeschilderde
copieportretten, dan zou ik willen voorstellen vanzelfspre
kend met het nodige voorbehoud om in de figuur naast de
schouder van Emmerentia van der Laen haar vader, de
Haarlemse apotheker Pieter van der Laen te willen zien,
met daar achter mogelijk diens vader, de kunstschilder Dirck
van der Laen. De vader van Dr. Pieter Braems, namelijk de
Amsterdamse koopman Jan Braems, acht ik dan te zijn de
tweede figuur van links, met het puntbaardje, terwijl ten
slotte de slechts gedeeltelijk zichtbare mannenkop aan de
linkerrand van het schilderij, dan mogelijk diens vader, even
eens Jan Braems geheten, zou voorstellen.
M. Thierry de Bye Dolleman